
Lieve Bianca,
Vandaag ben ik voor het eerst sinds maanden op kantoor. Omdat mijn laptop een ‘IT-healthcheck’ nodig had. Dus vanaf morgen werk ik weer gewoon thuis. Maar voor nu zit ik aan een bureau op de dertigste verdieping van een kantoortoren uit te kijken over zonnig Melbourne in Australië.
Het was even wennen om aangekleed en wel (in nette kleren, niet in joggingbroek) op tijd de trein te pakken vanochtend. Het leverde me zowaar wat stress op. De dingen die stress bezorgen zijn veranderlijk, realiseerde ik me. Sommige dingen dan. Want andere zijn absoluut eeuwigdurend.
Stress
Zo las ik onlangs een interessant artikel waarin stond dat twee bronnen voornamelijk bijdragen aan stress bij politiemensen: werkfactoren die te maken hebben met blootstelling aan trauma en organisatiefactoren die te maken hebben met administratie en management. Politiemensen blijken vooral last te hebben van die organisatiefactoren.
Zodra ik dat las, dacht ik gelijk: ja, zo is het! Hoe vaak heb ik niet tijdens een ‘mental healthcheckup’ in mijn tijd bij de politie gezegd: ‘het is niet de inhoud van het werk die stress bij me veroorzaakt, maar de bureaucratische rompslomp.’
Neem nu de eindeloze reorganisaties. Elk jaar een nieuwe leidinggevende die het ‘allemaal anders’ gaat doen (en of je wat enthousiaster wil zijn, ja). Nieuwe en betere systemen die nooit beter blijken te zijn en die maken dat je een hekel krijgt aan administratie. En niet te vergeten: HR-perikelen waar je haren van overeind gaan staan. Hoe vaak hebben we het niet gekscherend gehad over Toren-P? Toren-Politie in plaats van de sketches op televisie van Toren-C. Op sommige dagen had je een live opname van ons werk rechtstreeks op tv kunnen uitzenden als een zwarte komedie.
Bestand
Toch heeft het ook zo zijn voordelen gehad, die Toren-P-toestanden. Ik blijk – nu ik aan de andere kant van de wereld weer in overheidsdienst ben – enorm goed bestand tegen bureaucratische perikelen. De database is langzaam vandaag? Ach, dat komt wel goed. Er kan geen verbinding met de server gemaakt worden? Mwah, ik maak koffie en probeer het dan nog eens. In de niet-politiewereld is het leven gewoon veel minder stressvol, heb ik ontdekt.
Ik vraag me af of mensen zich realiseren dat politiemensen aan ontzettend veel stress (daar wat het gaat om de inhoud van hun werk en vanwege de organisatie) worden blootgesteld en dat dat effect op hen heeft. Het artikel waaraan ik refereerde ging vooral over de impact van huiselijk geweldzaken op politiemedewerkers. Uit interviews met politiemensen die regelmatig te maken hadden met zaken van huiselijk geweld bleek dat zij erg gemotiveerd waren om mensen te helpen, dat hun interpersoonlijke vaardigheden door de interactie met slachtoffers en daders flink verbeterd waren en dat ze minder bevooroordeeld waren dan toen ze nog niet met huiselijk geweld te maken kregen.
Gedesillusioneerd
De interviews brachten tevens aan het licht dat deze politiemedewerkers gedesillusioneerd waren geraakt, omdat alles wat ze deden onder een vergrootglas lag, omdat sommige zaken onoplosbaar en hopeloos bleken en omdat de administratieve rompslomp hun toch al moeilijke taak nog gecompliceerder maakte.
Huiselijk geweld raakt niet alleen de betrokkenen, maar ook de professionals die proberen te helpen. Wat zou het toch fijn zijn als organisatorische processen het werk zouden faciliteren, in plaats van frustreren.
Zou het ooit zo ver komen denk je?
Lieve Cleo,
Ik begrijp wat je bedoelt. Voor de inhoud van het werk hebben we bewust gekozen. We maken heftige dingen mee. Dat is ons werk en daar vind ik meestal wel mijn weg in.
Zinnigs
Ik heb namelijk ook wel het idee dat ik iets zinnigs toe kan voegen aan het leed dat we tegenkomen. Zoals kennis en ervaring die het proces van waarheidsvinding ondersteunt.
Zo kregen we pas van een nabestaande een compliment voor het politiewerk. Wat we hadden bijgedragen als recherchepsycholoog had geholpen in het compleet maken van het verhaal dat diens geliefde was overkomen.
Dat is zo ontzettend belangrijk. De vader van Sybine Jansons heeft dat heel aangrijpend onder woorden gebracht in zijn boek over de moord op zijn dochter.
In januari 1999 verdween Sybine, die toen dertien jaar oud was. Ze fietste van school naar huis, maar kwam nooit aan. Weken later werd haar lichaam gevonden. Sybine bleek uiteindelijk gedood door zedendelinquent Martin C.
Ademhaling
Haar vader beschrijft hoe hij het politieonderzoek en de rechtszaak heeft ervaren. Wat me het meest heeft geraakt, is zijn behoefte om te weten wat zijn dochter precies was overkomen, hoe erg dat ook was. Hij maakt in zijn boek een reconstructie van haar laatste uren en volgt zo zijn dochter tot haar laatste ademhaling. Zodat ze op dat moment niet alleen was, maar haar vader in gedachten bij haar. Niet weten is ondraaglijk. Dan worden de ergste fantasieën in je hoofd de werkelijkheid.
In rechercheonderzoeken kunnen we als psychologen bijdragen aan het vinden van de waarheid. Door onze kennis over de motieven en gedragspatronen van plegers, kunnen onderbouwde hypotheses worden opgesteld over wat er op een plaats delict is gebeurd en kan vervolgens gerichter gezocht worden naar de waarheid.
Dood
Dat werk geeft voldoening, maar is ook een voortdurende emotionele belasting. Het gaat bijna altijd om zaken van leven en dood. Je hebt er al je handen vol aan en relativeren is lastig. Voor organisatiegedoe is daarom eigenlijk geen ruimte meer vrij in mijn hoofd. Tegelijkertijd werken we bij de grootste werkgever van Nederland. Daar komt nogal wat georganiseer bij kijken.
In menig werkoverleg met het team hebben we ons daardoor verloren in fantasieën over het creëren van een eigen televisieserie. Eéntje die niet gaat over met getrokken wapens rennende rechercheurs, maar over de soms slapstickachtige scenes. Zo’n moment dat je door je rug gaat, na met een te dik cold casedossier te hebben gesleept. Of dat je middenin een moordzaak je adviezen wilt delen, de computer vastloopt en je vervolgens verstrikt raakt in de onnavolgbare logica van een ICT-helpdesk terwijl de gezochte dader lachend het land verlaat.
Kantoorgroenvoorzieningsrichtlijnen
Humor is ons dienstwapen. Samen lachen en het ridiculiseren van politiemanagementtaal, aanvraagprotocollen en kantoorgroenvoorzieningsrichtlijnen, is en blijft het beste.
Weet je nog die keer dat onze planten en stekjes op het bureau tot contrabande werd verklaard omdat dat niet paste in het groenbeleid? Of die keer dat ze zonwerende folie op de ramen hadden aangebracht, waardoor we met onze dossiers in een eeuwige schemerzone kwamen te verkeren? Probeer dan nog maar eens een zinnige bloedspatanalyse te maken.
We blijven lachen in het licht van de dood. Met de lolligste fantasieën slepen we ons door organisatieperikelen heen.
*Wil je ook de vorige column van Cleo en Bianca lezen? Kijk dan op deze pagina voor een bijdrage over moorden op vrouwen.