Een nachtje in de cel cadeau

1123
De auteur van deze column: strafrechtadvocaat Wendy Alberts.

Verdachten die als nummer worden behandeld; het is een van de dingen waar ik regelmatig tegenaan loop. Vanuit het rechtszekerheids- en gelijkheidsbeginsel valt er wel wat voor te zeggen. Mijn indruk is echter dat die aanpak vaak kan worden teruggevoerd op de bureaucratische wijze waarop zaken in de strafrechtketen worden behandeld.

Ik loop regelmatig op tegen een muur van administratieve rompslomp. Zeker in de fase van de voorlopige hechtenis lijken de (administratief) medewerkers van het Openbaar Ministerie en de rechtbank soms uit het oog te verliezen dat we niet alleen te maken hebben met papieren dossiers maar met mensen van vlees en bloed. 

Persoonlijke

Tijdens de inhoudelijke behandeling heeft de verdediging over het algemeen genoeg ruimte om het persoonlijke verhaal van de verdachte naar voren te brengen. Ook in de beraadslaging wordt dat voldoende meegenomen.

Maar wanneer iemand is aangehouden en het onderzoek naar het strafbare feit nog loopt, is er in veel beperktere zin aandacht voor de persoon van de verdachte en voor zijn persoonlijke omstandigheden. Het onderzoek naar het strafbare feit en de ernst van het feit lijken dan veel meer op de voorgrond te staan.

Ik vind dat veel behoudender moet worden omgegaan met de voorlopige hechtenis – de schuld van de verdachte is immers nog niet vastgesteld. Toch valt er zeker wat voor te zeggen dat het onderzoek naar het strafbare feit in deze fase van het proces voorop wordt gesteld en dat een verdachte in dit kader in voorlopige hechtenis dient te verblijven.

Ingrijpend

Anderzijds dienen alle medewerkers in de strafrechtketen, de administratief medewerkers incluis,  zich te realiseren dat het vastzetten van een verdachte zeer ingrijpend is voor die persoon en voor de mensen om hem heen. Het is een vergaande inbreuk op het recht van mensen om in vrijheid te leven, en het dient dan ook gelegitimeerd te zijn. Dat besef lijkt te zijn verdwenen wanneer slechts papiertjes worden opgemaakt en doorgestuurd.

Ik heb nu al verschillende keren aan de hand gehad dat iemand vanwege administratieve rompslomp een nacht extra in detentie werd gehouden. In de ochtend had ik dan een zogeheten raadkamerzitting waarin beslist werd of de voorlopige hechtenis werd opgeheven of geschorst. Later die middag werd de beslissing bekend en kon ik de griffie (administratie van de rechtbank) bellen.

Prioriteit

Op het moment dat de voorlopige hechtenis is opgeheven of per direct is geschorst, dient een verdachte zo snel mogelijk op vrije voeten te worden gesteld. De vrijheidsbeneming is dan immers niet meer gerechtvaardigd.  De eerste prioriteit dient te zijn dat er zorg voor wordt gedragen dat de betreffende verdachte meteen op vrije voeten wordt gesteld. Althans, in mijn beleving zou het zo moeten zijn.

Maar de werkelijkheid is anders. 

De procedure is namelijk dat de beschikking (het besluit van de rechter) eerst nog moet worden opgemaakt door de griffie om vervolgens langs verschillende afdelingen te worden gestuurd. Als laatste stap stuurt men de beschikking naar de penitentiaire inrichting waar de verdachte verblijft. Beslissingen van de rechter waaruit volgt dat mensen per direct op vrije voeten moeten komen, worden dus niet met voorrang behandeld.

Bellen

In zulke gevallen ben ik veel tijd kwijt aan het bellen met de griffie, het Openbaar Ministerie en de penitentiaire inrichting. Vaak krijg ik dan te horen dat het niet voor vijf uur in de middag gaat lukken om de beschikking bij de penitentiaire inrichting te krijgen ‘omdat het druk is’. Ik begrijp daar werkelijk niks van. Zeker niet omdat er dan meestal nog zeeën van tijd zijn om het allemaal wél netjes op tijd te regelen.

Een penitentiaire inrichting laat iemand, terecht, pas gaan op het moment dat via officiële berichtgeving is bevestigd dat deze persoon op vrije voeten moet worden gesteld. Wanneer ‘de zaak’ dus blijft liggen tot vijf uur in de middag en pas de volgende dag wordt opgepakt, zit de verdachte concreet nog een nacht extra vast.

Ik kan me er enorm kwaad over maken hoe uit het oog wordt verloren dat mensen slechts vanwege trage administratieve verwerking de vrijheid wordt ontnomen. Maar de medewerkers die belast zijn met die administratieve afhandeling lijken zich er bepaald niet druk om te maken. Evenmin zijn zij trouwens onder de indruk van mijn uiteenzetting dat het belangrijk is om deze zaken snel te regelen. Vijf uur is vijf uur, is kennelijk het devies.

Verwijt

Dit is zeker geen verwijt naar die medewerkers. Zij hebben een arbeidsovereenkomst waarin is vastgelegd dat hun werktijd van negen tot vijf is. Het is wel een verwijt jegens de organisaties waarvoor zij werkzaam zijn. Dit kan en moet gewoon anders. Openingstijden van administratieve afdelingen mogen geen reden zijn voor vrijheidsbeneming.

Administratief medewerkers moeten bovendien bewust gemaakt worden van welk belang een snelle vrijlating voor verdachten heeft. Zoals ik al vaststelde, gaat het niet om abstractheden maar om mensen die de vrijheid wordt ontnomen.

Elke nacht ten onrechte in een cel verblijven, is er één teveel. Wie wordt aangehouden en opgesloten, is machteloos. Hij verliest zijn zelfbeschikking en is volledig afhankelijk van anderen. Er is geen enkele reden om een vrijheidsbeneming te laten voortduren wanneer daar geen grondslag meer voor is. Vijf uur of niet, iemand dient dan diezelfde dag nog vrij te komen.

*Lees ook Wendy’s vorige column: monsters in de tbs-kliniek?

Steun de website Femke Fataal

Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.