
Als slachtofferadvocaat ben ik inmiddels wel gepokt en gemazeld door alle ellende die ik dagelijks op mijn bordje krijg. Toch viel ik afgelopen weken wèrkelijk van de ene in de andere verbazing.
Want als we het hebben over het zedenschandaal bij tv-programma The Voice en het onderzoek dat het OM in deze zaak gaat starten, moeten we ook constateren dat het aantal lopende zaken (met name zedenfeiten) maar blijft toenemen. Dat terwijl zaken steeds langer op de plank blijven liggen wegens capaciteitskrapte bij politie, justitie en bij de rechtbanken en gerechtshoven.
Niet serieus
Slachtoffers hebben daardoor het gevoel alsof zij niet serieus genomen worden. Sterker nog: slachtoffers krijgen steeds vaker te horen dat hun zaak te lang op de plank heeft gelegen en dat het eigenlijk geen zin meer heeft om nog te vervolgen. Je leest het goed: dat gebeurt écht.
Dus ondanks het feit dat er bewijs is, wordt een zaak dan toch maar geseponeerd. In de trant: Ach, bij die arme verdachte heeft nu al zo lang het zwaard van Damocles boven het hoofd gehangen, hij of zij moet nu onderhand wel weten waar hij aan toe is.

Natuurlijk, denk ik dan, maar hoe zit het met het slachtoffer? Ook het slachtoffer heeft immers al twee jaar (of langer) moeten wachten. Klachten bouwden zich op, bovendien moest zo’n beetje elke maand met de instanties worden gebeld om te vernemen wat er met de aangifte ging gebeuren. Je kunt je voorstellen dat een slachtoffer in zo’n situatie inmiddels de moed heeft verloren. Daar komt bij dat therapie in de tussentijd meestal niet kon starten omdat de strafzaak nog te veel op de voorgrond meespeelde. Niet bepaald een heel logische beslissing die recht doet aan de situatie.
Seksuele jeugdzonde
Dat een of andere bekende Nederlander zich dan met een ander groepje dwazen op tv uit over een seksuele jeugdzonde en de media over hem heen vallen, zorgt ervoor dat ons als slachtofferadvocaten veelvuldig om een mening wordt gevraagd.
Natuurlijk vinden wij daar wat van, maar we passen ervoor om die kneus nog meer podium te geven. Toch wil ik er wel iets over kwijt. Alle tijd die we besteden aan het begeleiden van slachtoffers en het steeds weer moed inpraten door te herinneren aan het feit dat er in de huidige tijd gelukkig meer aandacht is voor de problematiek en rechten van slachtoffers, werd door het recente voorval op tv in één keer teniet gedaan. En dat door enkele malloten die het nodig vonden om ginnegappend op tv te vertellen dat die jeugdzonde ‘best normaal is’.
Rechtbankzitting
De praktijk is dat ik vervolgens op een rechtbankzitting sta van een zaak die al drie jaar oud is en waarbij het OM aangeeft dat een straf ‘niet meer passend’ is. De praktijk is ook dat ik via sociale media moet vernemen van een sepot in een zeer ernstige zedenzaak, omdat het OM is ‘vergeten’ om het slachtoffer en mij als haar raadsvrouw te informeren. Vervolgens wordt ons in een gesprek medegedeeld dat er ‘echt te weinig bewijs’ zou zijn, terwijl het feit is opgenomen.

En verder wordt daar ook nog doodleuk aan toegevoegd dat we maar een klachtprocedure tegen de sepotbeslissing moeten starten. Zo’n traject neemt overigens ook weer ruim een jaar – en dan ben ik nog positief – in beslag. In veel gevallen krijgen slachtoffers na afloop een volgende teleurstelling te verwerken. Zij krijgen meestal te horen dat de strafrechtelijke vervolging er niet komt, omdat getuigen niet meer kunnen verklaren. Het argument: het is te lang geleden of de getuigen zijn inmiddels onvindbaar.
Afstemming
Ik merk bovendien steeds frequenter dat rechtbankzittingen worden gepland zonder afstemming met het slachtoffer en de slachtofferadvocaat. We hebben het dan niet over een fietsendiefstalletje, maar bijvoorbeeld over een forse martelzaak, een ernstig zedenfeit en een aantal levensdelicten. Ik moet maar vervanging regelen, als een geplande datum niet uitkomt. Of het OM laat ijskoud weten dat bij aanhouding van een rechtszaak het wel mijn schuld is dat de slachtoffers zo lang moeten wachten. Je gelooft het niet, maar het gebeurt…
Even serieus, schiet op zo’n moment door mijn hoofd. De regels zijn tenslotte vrij helder. Als er sprake is van slachtoffers of nabestaanden dan dient met deze mensen afstemming te worden gezocht wanneer zij hebben aangegeven aanwezig te willen zijn en gebruik te willen maken van hun spreekrecht. Justitie slaat dat echter gemakshalve even over en gooit dan over de schutting naar diezelfde personen dat het hun schuld is dat de zaak pas later kan worden behandeld. Alsof ik die mensen niet al een hele tijd bijsta. Alsof we op geen enkele pro formazitting aanwezig waren. En alsof we geen enkel gesprek met de officier van justitie hebben gehad. Voor het OM gaat het blijkbaar inderdaad om niet noemenswaardige zaken.
Gewond
Neem nu het voorbeeld van een cliënte van me die dusdanig gewond is geraakt, dat ze nooit meer de oude zal worden. De rechtbank sprak de verdachte weliswaar niet vrij, maar kwam wel met een zeer teleurstellend vonnis. Gelukkig ging het OM in hoger beroep.

Wat er daarna gebeurde, sloeg echter alles. De verdachte zat in hechtenis zit en diende dus binnen een bepaalde termijn voor de raadkamer te worden voorgeleid. Daarbij verzette hetzelfde OM zich tot mijn verbijstering niet tegen de vrijlating in het kader van een voorlopige in vrijheidstelling. Dat terwijl er ook een oude straf nog moest worden uitgezeten door die verdachte. Het OM vergat mijn cliënte en mij – zoals te doen gebruikelijk – te informeren. En het OM liet ook na om als voorwaarde een contact- en locatieverbod voor deze verdachte te vragen. Ik begon ervan te schreeuwen. Dat dit absoluut niet kon! En ik stond bijna te stuiteren toen ik hoorde dat de rechtbank het dossier nog niet eens had verzonden. De rechtbank moet bij een hoger beroep namelijk het dossier toesturen aan het Hof, zodat men daar kennis kan nemen van het onderzoeksdossier. Alsof justitie dan ook niet weet dat er een slachtoffer in deze zaak zit, die wellicht geïnformeerd zou moeten worden…
Ergernissen
Mijn lijst aan ergernissen en frustraties door het optreden van justitie is lang. Heel lang.
Zo had ik recent een gesprek met een slachtoffer dat zelfs de brief in haar hand had met de mededeling dat de komende rechtbankzitting nog niet inhoudelijk zou zijn. Dat gaf ons nog even de tijd om allerlei medische gegevens ter onderbouwing op te vragen. Tenminste, dat dáchten we. Want het weekeinde vóór de rechtbankzitting kreeg ik een telefoontje dat er een fout was gemaakt en dat er wél een inhoudelijke behandeling stond gepland. Waar blijft de vordering om een schadevergoeding, luidde de vraag.
Deze bizarre gang van zaken leverde me weer eens enorme problemen op. De rechtszaak stond gepland op de dinsdag na het weekeinde. Maar ik kon het slachtoffer die zaterdag en zondag niet bereiken en daardoor dus geen medische gegevens leveren die nodig waren voor de onderbouwing van de vordering. In dit geval kon het OM daar niets aan doen. Het is het falende systeem dat heel dringend verbeterd dient te worden.
Niet ontvankelijk
Waarschijnlijk gaat de rechter de vordering in deze zaak niet ontvankelijk verklaren omdat het medische dossier ontbreekt. We kunnen ons dan vervolgens gaan melden bij de civiele rechter, in de hoop daar een tegemoetkoming in de schade te kunnen krijgen.

Want dat is ook zoiets: het gemak waarmee een vordering niet ontvankelijk wordt verklaard. De Hoge Raad, niet het minste rechtscollege zou je zeggen, heeft toch echt aangegeven dat een vordering van een benadeelde partij niet al te lichtvaardig mag worden afgewezen of niet ontvankelijk mag worden verklaard. Dit omdat het bij verdachten nu eenmaal vaak gaat om een ‘kale kip’ waar civielrechtelijk niets te halen valt, terwijl in het strafrecht een maatregel ter inning van de toegekende bedragen kan worden opgelegd. En toch wordt vaak zonder motivering een vordering opzij geschoven. Dat alles onder het motto: dan ga je civiel toch nog iets vorderen? Alsof dat ‘wel even te doen’ is, bij een verdachte die tbs met dwang opgelegd heeft gekregen.
Boos
Ik maak me daar boos om, echt heel boos. Want of je nu bekend bent en op televisie jezelf totaal voor lul zet of dat dat in de rechtelijke keten gebeurt: feitelijk komt het steeds op hetzelfde neer. Het lijkt erop dat slachtoffers en hun raadslieden weer terug bij af zijn. Alle rechten die slachtoffers hebben verworven in het strafproces en die zijn verankerd in heldere regelgeving, worden zonder enig nadenken en heel gemakkelijk terzijde geschoven met argumenten die werkelijk kant noch wal slaan. In de jeugd van sommige mensen werden bepaalde zaken al niet serieus genomen. Maar ook heden ten dage lijkt het alsof er weinig is verbeterd.
We hebben nog of eigenlijk weer een zeer lange weg te gaan.
Wat een opluchting dat Nelleke kan verwoorden wat veel hulpverleners onderschrijven , maar door hun positie in een netwerk niet kunnen uiten.
Slachtoffers en nabestaanden staan al meer dan 30 jaar in de juridische zijlijn. Ondanks dat onze rechtspositie zogenaamd verbeterd is, blijkt telkens opnieuw dat dit alleen een papieren werkelijkheid is. Ik heb teveel intens schrijnende verhalen van nabestaanden gehoord om nog te geloven dat de machtshebbers belang hechten aan onze rechten. Als die intentie er werkelijk was geweest bij het OM en de gerechtshoven, dan zou het negeren van de slachtofferrechten niet meer worden gedoogd maar daadwerkelijk tot represailles leiden!