
In mijn vorige columns zijn al een paar aspecten van het forensisch onderzoek aan bod gekomen. Uitputtend was die beschrijving niet. Je zou over forensisch onderzoek boeken vol kunnen schrijven.
In mijn columns neem ik je mee naar het forensische laboratoriumonderzoek. Te beginnen met mijn eigen favoriet, dna-onderzoek. Want hoe kom je van die bloed druppel op een plaats delict tot het dna-profiel dat vergeleken wordt met dna-profielen die zijn opgeslagen in de Nederlandse databank?
De eerste stap is het veiligstellen. Dat gebeurt met een soort wattenstaafje (swab) dat vervolgens in een koker wordt geplaatst om het te beschermen tegen invloeden van buitenaf.
Evidence-bag
In een zogeheten evidence-bag wordt het dna-monster meegenomen naar het politiebureau waar het nodige papierwerk moet worden ingevuld. Met die papieren kan de politie vervolgens een aanvraag voor dna-onderzoek doen bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
Snelheid is de laatste jaren steeds belangrijker. Het is nu al mogelijk om binnen drie uur een dna-profiel uit een afgenomen spoor te verkrijgen met een spoedprocedure. Het NFI investeert daar samen met de politie en het OM veel in de laatste tijd. Met al diverse, mooie veelbelovende resultaten.
Er zijn veel variaties mogelijk op het dna-onderzoeksproces. Bij de standaardanalyse is met een swab op de plaats delict een bloedspat bemonsterd. Om daar een dna-profiel uit te halen, moeten verschillende stappen doorlopen worden.
Minilesje
De docent in mij kan het niet laten daarover een minilesje in dna te geven. Wel goed om te vermelden dat dit linksom of rechtsom altijd redelijk complex blijft, dus ga maar even lekker voor deze uitleg.
Ze noemen dna vaak ‘the blueprint of life’. Je dna bevat namelijk alles dat we nodig hebben om te kunnen groeien, ontwikkelen, overleven en reproduceren. Maar wat is dat dan, dat dna?
Je kunt dna zien als een heel lange keten van legoblokjes. Net als met lego is deze keten uit elkaar te halen, weer aan elkaar te plakken en is het ene blokje te vervangen door een ander blokje. De legoblokken van ons dna heten afgekort: A, T, C en G en noemen we een base.

Ons dna bestaat uit twee van zulke lange ketens die aan elkaar verbonden zijn door de basen. Nou hebben bepaalde basen een voorkeur voor elkaar. Zo bindt een A graag aan een T en een C graag aan een G. Dat resulteert in een soort grote ladder die door alle verbindingen enigszins draait. Zo ontstaat de inmiddels bekende vorm van dna, de helix.
Deze complexe structuur dwarrelt niet zomaar rond in ons lijf, maar zit veilig opgeborgen binnen in onze cellen. Als je een cel bekijkt van buiten naar binnen kom je eerst de celwand tegen, daarna stuit je op een vloeistof waarin allemaal componenten zitten die de cel zijn functie geven. Vervolgens kom je weer bij een wand en zodra je die bent gepasseerd, beland je in de kern van de cel. De kern bevat het dna. Goed beschermd en verstopt dus.
Horde
Alles dat je tegenkwam, vormt tevens de eerste horde die overwonnen moet worden in het verkrijgen van een dna-profiel. Je moet ervoor zorgen dat het dna de celkern uitkomt.
De swab met het bloed erop wordt om die reden in een buisje met vloeistof geplaatst. Vervolgens volgen meerdere stappen, waarbij stoffen toegevoegd worden om de wanden af te breken en het dna vrij te krijgen. Is dat gebeurd, dan dien je alle rommel op te ruimen zodat na dit proces alleen dna over blijft, opgelost in een schone vloeistof. Deze oplosvloeistof zorgt er ook voor dat het dna zich lekker voelt. Het is nu natuurlijk niet meer veilig verstopt en dus moet je het zo goed mogelijk beschermen.
Geïnteresseerd
De oplossing bevat inmiddels dna: lange ketens legoblokken. Voor het maken van een dna-profiel is echter niet die hele keten nodig. Er zijn een paar stukken dna waarin we geïnteresseerd zijn voor het maken van een dna-profiel.
Gelukkig is er een prachtige techniek beschikbaar die ons daarbij kan helpen. We noemen die techniek PCR, polymerase chain reaction. Waar een jaar geleden bijna niemand wist wat dat is, is de techniek nu een stuk bekender geworden door de coronapandemie.
Kort gezegd kun je met een PCR een bepaald deel van het dna waarnaar je op zoek bent, heel vaak kopiëren zodat het makkelijker te analyseren is. Dat is wat we doen met dna in forensisch onderzoek. Voor een forensisch dna-profiel zijn er zestien gebieden waarin we geïnteresseerd zijn. Van die gebieden worden tijdens de PCR veel kopieën gemaakt zodat we ze daarna kunnen gaan bekijken.
Volgorde
We zijn niet voor niets geïnteresseerd in juist zestien gebieden. Deze stukken dna hebben namelijk allemaal iets gemeen. Elk gebied bestaat uit een herhaalde volgorde van basen. Als voorbeeld kijken we even naar het dna van Piet, en dan specifiek naar gebied X. Dat ziet eruit als ATGGATGGATGGATGG.
In dit voorbeeld volgen de basen ATGG elkaar vier keer op. We noteren daarom voor Piet voor gebied X een vier. Het forensisch interessante aan gebied X is dat Jan bijvoorbeeld zes keer ATGG heeft, Klaas drie keer en Greet misschien wel elf keer.
Eindoordeel
Nu is het ook nog eens zo dat dna in paren voor komt. We krijgen één gebied X van onze vader en één gebied X van onze moeder. Dus naast de vier die we voor Piet hebben genoteerd (afkomstig van zijn vader) kijken we tevens naar het gebied X dat Piet van zijn moeder meekreeg. Daar zien we dan bijvoorbeeld zeven keer ATGG. Het eindoordeel voor gebied X voor Piet is dan 4,7.
Als je nu niet alleen gebiedje X bekijkt maar ook de andere vijftien gebieden krijg je een unieke combinatie die voor iedereen anders is (behalve voor eeneiige tweelingen)! En dat is het dna-profiel zoals wij bedoelen in het forensisch onderzoek. Een profiel dat kan worden vergeleken met al die opgeslagen profielen in de Nederlandse databank voor strafzaken of met het dna-profiel van een verdachte die bij politie en OM in beeld is.