Bijna een jaar geleden overleed mijn nicht Henriëtte op 43-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Henriëtte was een jaar ouder dan mijn zus Nadia.
Henriëtte was enig kind geweest en had altijd dolgraag een broertje of zusje willen hebben. Ze beschouwde Nadia en mij als haar zusjes. Toen we als kinderen bij haar logeerden, vroeg ze ons bijvoorbeeld om haar moeder ook ‘mama’ noemen. We sliepen regelmatig bij haar en zij bij ons. Ook mochten we vaak mee om te logeren bij haar opa en oma die op een grote boerderij in Friesland woonden.
Ik koester veel dierbare herinneringen aan die tijd. Henriëtte was drie jaar ouder dan ik ben. Misschien verklaart dit leeftijdsverschil dat zij zich meer dingen kon herinneren uit mijn jeugd dan ik.
Voorbeeldzussen
Als tiener en puber had ik dus twee ‘voorbeeldzussen’ om bij af te kijken en van wie ik kon leren; Nadia én Henriëtte.
De geborgenheid van mijn jeugd, de glijbaan in onze woonkamer, de schommel in de deuropening die over het trapgat zwaaide; Henriëtte kon het zich allemaal nog zeer levendig voor de geest halen en die herinneringen haalde ze regelmatig met mij op. Ze had als klein meisje graag bij ons gespeeld en kende mij als geen ander.
In het gedrag van haar drie zoons herkende Henriëtte soms de machtsverhoudingen die het natuurlijke gevolg zijn van een verschil in leeftijd en ontwikkeling. Dit verschil in ontwikkelingsfases had zich ook voorgedaan tussen Henriëtte, Nadia en mij. Regelmatig viel ik buiten de boot omdat ik nèt te jong was, nèt niet snel genoeg was en nèt niet helemaal begreep wat ik moest doen om ook bij de oudste twee te kunnen horen.
Gemis
Het overlijden van Henriëtte raakte het diepe gemis van het verlies van mijn zus opnieuw aan. Gevoelsmatig ben ik een tweede zus verloren. Ditmaal ben ik definitief ontworteld. Want daar waar ik eerder nog met Henriëtte stil kon staan bij alle leuke, grappige, ontroerende en natuurlijk ook de verdrietige herinneringen uit mijn jeugd, heb ik nu géén leeftijdsgenoot meer om achterom te kijken.
Samen met Henriëtte zijn ook mijn dierbare jeugdherinneringen begraven. Dat voelt eenzaam. Natuurlijk kan ik altijd nog met mijn moeder of met mijn oom en tante terugkijken op het verleden, maar de belevingswereld die ik als kind had, verschilt wezenlijk met die van hen als volwassenen.
Het was en is een onwerkelijke ervaring dat ik na Henriëttes overlijden, mij er geleidelijk aan van bewust ben geworden dat het verdriet en het gemis dat ik voelde over haar sterven, alhoewel het zeer hevig was, wel draaglijk was.
Verschil
Ik heb ondervonden dat er een essentieel verschil is tussen draaglijke rouw en traumatische, onverdraaglijke rouw. Een bizarre conclusie om te trekken als je net veertig jaar bent geworden. De rouw en het gemis om Nadia is jarenlang overschaduwd en ook vervuild geweest door de rechtszaken. Het onrecht, de machteloosheid, het gevoel van onveiligheid en een hevig verlangen naar de dood.
Ik wilde niet per se dood, ik wilde bij Nadia zijn. Ik verlangde er wanhopig naar dat de diepe pijn, het gemis en de intense gevoelens van wanhoop zouden eindigen. Daarom verlangde ik naar de dood.
Het verdriet om het verlies van Henriëtte, mijn ‘tweede zus’, kan ik verdragen. Ik mis haar humor, haar relativeringsvermogen, haar peptalks, haar gezelligheid en haar knuffels, enorm. Maar dit verdriet is zuiver.
Overschaduwd
Ik mis Henriëtte, het gaat om háár, om mijn liefde voor haar en het gemis van haar liefde voor mij. Dit verdriet wordt niet overschaduwd door de onzekerheid over wat zij in de laatste minuten van haar leven voelde, wat ze dacht, wat ze wilde.
Ik was erbij toen ze haar ogen sloot en toen haar ademhaling stopte. Ik heb enorm gehuild en er zijn nog steeds momenten waarbij ik ontzettend huil. Maar dit verdriet is minder ontwrichtend omdat ik me emotioneel heb kunnen voorbereiden op haar aankomende dood.
Inmiddels besef ik dat ik door Henriëttes dood ook definitief een unieke rol ben kwijtgeraakt. Behalve voor mijn man, mijn moeder, een andere nicht en voor een handjevol vrienden en vriendinnen, ben ik voor niemand meer ‘speciaal’.
Zussie
Voor Nadia was ik enorm speciaal, ik was ‘haar zussie’. Hoewel ze mij als tiener regelmatig achter het behang wilde plakken – zo irritant vond ze me – hield ze onvoorwaardelijk van mij en ik van haar.
Ook voor Henriëtte was ik enorm speciaal: wij waren de zusjes naar wie ze als kind zo vaak had verlangd, ik was haar dierbaarste nichtje. In de maanden voordat ze overleed zei ze regelmatig tegen me: “Ik houd zoveel van jou! Zul je dat goed onthouden?!”
Mijn man en ik hebben geen kinderen gekregen. Natuurlijk heb ik een aantal dierbare vriendinnen van wie het merendeel wel moeder is geworden. Hiermee zijn ze automatisch in een unieke positie gekomen doordat zij iemands moeder zijn. Daarnaast hebben ze vaak nog broers of zussen voor wie ze uniek zijn. En dan zijn ze vaak ook nog iemands dochter of zoon.
Gestapeld
Het verlies en het gemis van mijn nicht is gestapeld bovenop de rouw om mijn zus en vader. Het is onzichtbaar verdriet dat ik vooral in stilte draag. Tot op de dag van vandaag ben ik zoekende naar de juiste woorden.
Hoe leg je iemand die geen ervaring heeft met het verlies van een zus die veel te jong stierf, zulke gevoelens van ontworteling en onthecht zijn uit?
*Lees ook Lucinda’s vorige column. Waren de ouders van de moordenaar van haar zus ook strafbaar? Zij hielpen hem immers te ontkomen naar het buitenland…
Er is een theorie die zegt dat wij mensen taken verdelen en zo ook kennis en herinneringen verdelen. Daarom, als een belangrijke ander wegvalt, zijn we letterlijk een deel van ons geheugen kwijt. Het missen van een ledemaat wordt erkent als erg. Maar dit soort “brein-amputatie” heeft nog niet zoveel erkenning. Het voelt niet alleen of je een deel van jezelf kwijt bent. Je bent echt een deel van je zelf kwijt. En het groeit nooit meer aan.
Ik herinner me de schommel en de glijbaan niet meer. Wel de kachel en het tapijt (wij hadden thuis geen tapijt) en dat ik het vegetarische (of was het veganistische?) eten niet lekker vond. ;))
Jullie -alledrie!!!- blijven in ons hart. En hopelijk voorlopig geen amputaties meer.
Knuffels
Herkenbaar, ik voel me ook geamputeerd. Op mijn 18de overleed mijn broer, op mijn 55ste en 56 overleden (in 2016 en 2017) respectievelijk mijn moeder, mijn 2 zussen en mijn zwager. Mijn vader was al overleden. Van mijn ouders daar kan ik mee leven maar mijn broer en zussen. Ik ben de jongste uit een gezin met 4 kinderen. Er zit een groot gat in mijn hart dat ik niet meer gevuld krijg. Tijdens hun ziekte verliet mijn vriend me na 10 jaar en werd mijn functie na 13 jaar werken weggereorganiseerd. Ik heb geen kinderen en ook geen baan meer gevonden. Gelukkig nog wel een goede verstandhouding met mijn ex. Maar de pure lol en de glans is er wel vanaf. Hoop dat ik mezelf ooit weer terug ga vinden, het gemis is te groot.
Dat is ook veel verlies waar jij mee te maken hebt gehad. Dat zijn best vele tegenslagen voor jou geweest en nog. Een verdrietige samenkomst dat alles. Ik hoop toch dat jij weer de kracht vind voor jezelf om door te gaan, ondanks dat het gevoelsmatig niet altijd mee zal vallen. Nog veel kracht en sterkte voor de toekomst wens ik jou Monique !