Meeste vrouwen in tbs zijn borderliners

    3002
    Image by Serena Wong from Pixabay

    “De diagnose ‘borderline’ gaat op voor 61 procent van de vrouwen in de tbs”, zegt forensisch psycholoog Vivienne de Vogel. “Bovendien heeft nog eens twintig procent van de vrouwen trekken van een borderline-persoonlijkheidsstoornis. Bij mannelijke tbs-patiënten gaat het vaak om antisociale persoonlijkheidsstoornissen of kenmerken daarvan.”

    Ze vroeg zich altijd al af hoe het zit met de verschillen, vervolgt de forensisch psycholoog die al twintig jaar als onderzoeker aan de Van der Hoeven Kliniek is verbonden.

    “Zo’n beetje alles dat is ontwikkeld in de forensische zorg is gericht op mannen. Dat geldt voor de behandelmethoden, maar ook voor de instrumenten waarmee we de kans op terugval meten. Bij vrouwen weten we nog steeds niet goed hoe het werkt en kunnen we veel moeilijker voorspellen of zij weer in gewelddadig gedrag vervallen. Ik ben al jaren aan het puzzelen op de vraag hoe dat komt. Nog steeds ben ik er niet uit.”

    Grillige

    Een van de oorzaken is hoogstwaarschijnlijk het grillige verloop van psychische stoornissen bij vrouwelijke tbs-patiënten. “Borderline-persoonlijkheidsstoornissen schieten alle kanten op. Vaak hebben vrouwen in tbs veel complexere problemen dan mannen en zijn er bij hen meerdere stoornissen tegelijkertijd.”

    Geweld door vrouwen en meisjes neemt toe, is wereldwijd bij wetenschappelijk onderzoek geconstateerd. Ons land vormt daarop geen uitzondering. Het aantal gewelddadige vrouwen steeg van vier procent begin jaren negentig, tot zeven procent in 2013, wijst eerder onderzoek uit.

    “Er bestaat discussie over de cijfers”, vervolgt Vivienne. “Is wel echt sprake van een stijging? Of is onze maatschappij minder tolerant dan vroeger? Met name onder jongere vrouwen lijkt er een toename te zijn in het aantal dat gewelddadig gedrag vertoont. Je zou het als emancipatie kunnen zien. Meisjes gaan meedoen met jongens. Toch is die groei niet echt spectaculair.”

    Dossiers

    In de Van der Hoeven Kliniek bestaat twintig procent uit vrouwen. Viviennes onderzoek strekt zich eveneens uit naar de vrouwelijke populatie in andere tbs-klinieken. Ze bestudeert de dossiers van alle vrouwen die vanaf 1980 in Nederland in de tbs zijn beland.

    Van deze groep heeft 27 procent een levensdelict gepleegd en 26 procent gepoogd om iemand om te brengen. Bij mannen zijn die percentages respectievelijk vijftien en zestien procent.

    Gewelddadige vrouwen slaan bijna altijd binnen de eigen kring van familieleden en vrienden toe. Bij vrouwen is het slachtoffer in slechts twaalf procent van de gevallen een onbekende, bij mannen bedraagt dat percentage 31 procent.

    Bij familiedrama’s is de dader meestal een man. Maar vrouwen doden veel vaker dan mannen hun eigen kind (respectievelijk twaalf en één procent). Pasgeborenen lopen het grootste risico om door hun moeders om het leven te worden gebracht.

    Getraumatiseerd

    Vivienne: “Deze vrouwen zijn meestal erg ziek. Ze lijden aan zware depressies, willen dood en verkeren ten tijde van het delict in een staat waarin zij niet meer weten wat ze doen. De vrouwen zijn er dan van overtuigd dat het het beste is om hun kinderen in de dood mee te nemen. Later, bij ons in de kliniek, zien zij in wat zij hebben gedaan en raken deze vrouwen over het algemeen ernstig getraumatiseerd door hun eigen delict.”

    Bij zestien procent van de vrouwen in tbs was het geweld gericht tegen de eigen partner of ex-partner. Bij vier procent waren ouders het slachtoffer, nog eens drie procent van de vrouwen pleegde geweld tegen overige leden van hun familie.

    Binnen de tbs-klinieken heeft het personeel het meest te duchten van vrouwen. “Stafleden kunnen angstig zijn voor mannelijke patiënten, maar zij zouden beter de vrouwen in de gaten kunnen houden. Vrouwen zijn beduidend agressiever tegen het personeel dan mannen. Mannen gaan met elkaar op de vuist.”

    28 procent van de mannen belandde in de tbs na het plegen van een zedendelict. Bij de vrouwen gaat dat op voor vier procent.

    Seksueel

    “Op de groep vrouwen die ik onderzocht, waren het er maar een paar”, zegt Vivienne. “Daarbij viel op dat zij het zedendelict altijd samen met een mannelijke dader pleegden en dat de vrouwen niet werden gedreven door een seksueel motief, maar bijvoorbeeld door wraak. In dat geval waren de slachtoffers vaak vrouwen. Anderen deden mee om hun mannelijke partner te behagen.”

    Zo boog de forensisch psycholoog zich over een dossier uit het verleden waarbij een vrouw voor haar pedoseksuele man een kind uitkoos en dat ontvoerde. “Het maakte het misdrijf er niet minder ernstig op. Het was de vrouw die besloot dat het kind daarna dood moest om de kans op ontdekking van het misdrijf te verkleinen.”

    Een derde van de vrouwen in tbs heeft brandstichting gepleegd, bij mannen bedraagt dat percentage twaalf procent. Vrouwen steken – gedreven door forse psychische problematiek – vaak hun eigen huis in brand.

    “We zien ook veel vrouwen die in de psychiatrie waren opgenomen en daar een prullenbak of de gordijnen in de fik staken. Voor vrouwen is brandstichting een schreeuw om aandacht. Bij mannen gaat om een impulsieve daad. Of om een fascinatie voor brand.”

    Jaloezie

    Vrouwen noemen jaloezie of zelfverdediging vaak als motief voor geweld, mannen gaat het om status of instrumenteel geweld. Als wapen gebruiken vrouwen hun handen of tanden, bovendien slaat 72 procent van de vrouwen toe met een steekwapen. Onder mannen greep 62 procent naar een mes. Mannen (zeventien procent) trekken beduidend vaker dan vrouwen (vijf procent) een vuurwapen. Medicijnen en gif worden door bijna zes procent van de vrouwen als wapen gebruikt, bij mannen is dat percentage nog geen één procent.

    Bij het opleggen van een celstraf blijkt de rechter milder te zijn voor vrouwen. Zij krijgen gemiddeld achttien maanden opgelegd, bij mannen is dat gemiddeld 23 maanden. Een verklaring voor het verschil is er niet. Verschillende studies suggereren dat rechters zich bij het afwegen van de strafmaat laten leiden door het feit dat vrouwen meestal de zorg voor de kinderen hebben. Verder wordt hun voorgeschiedenis schrijnender gevonden dan die van mannen.

    “We hebben ook gekeken naar slachtofferschap in de jeugd van vrouwen en mannen in tbs”, aldus Vivienne. “Dan zie je dat er tot de adolescentie niet zoveel verschil is in emotionele en fysieke mishandeling. Het is wel zo dat vrouwen in hun jeugd twee keer zo vaak zijn misbruikt als mannen. Meer dan de helft van de vrouwen werd slachtoffer van seksueel misbruik, bij mannen gaat het om een kwart. Ook emotionele verwaarlozing en emotionele mishandeling in de jonge jaren blijken op latere leeftijd veel meer schade aan te richten dan wij aanvankelijk dachten”.

    Antisociale

    De onderzoekster vond een duidelijk verband tussen misbruik in de jeugdjaren en het ontwikkelen van borderline-stoornissen bij vrouwen op latere leeftijd. Bij mannen met antisociale persoonlijkheidsstoornissen bleek dat zij als kind vaak fysiek werden mishandeld.

    “Het lijkt dus wel alsof bij mannen de knop omgaat en zij later zelf de agressor worden. Terwijl vrouwen die agressie op zichzelf gaan richten of rare dingen gaan doen door bijvoorbeeld risicovolle relaties aan te gaan.”

    Het grootste deel van de vrouwen in tbs kwam al eerder in aanraking met justitie of was al in behandeling bij de reguliere psychiatrie. Vaak is de behandeling daar niet aangeslagen.

    Vivienne: “Er zijn dan al allerlei incidenten geweest. Vrouwen lopen bijvoorbeeld weg of ondernemen een suïcidepoging. Toch slaagt men er veelal niet in om te voorkomen dat zij verder afglijden en delicten gaan plegen. Daar valt dus nog wel het een en ander te verbeteren.”

    Weglopen

    De reguliere en forensisch psychiatrie moeten meer naar elkaar toegroeien, meent zij. “In de reguliere psychiatrie staan het welzijn en welbevinden van de patiënten voorop, terwijl daar meer naar risico’s kan worden gekeken. Het zou goed zijn als sommige patiënten daar niet zo makkelijk kunnen weglopen. Tralies en hoge hekken werken niet bij borderline, maar soms is het gewoon nodig om mensen in een gesloten setting te behandelen. De forensische psychiatrie kan op haar beurt leren van de reguliere psychiatrie. Zo weten we bijvoorbeeld nog niet goed hoe we moeten omgaan met automutilatie.”

    Kinderdodingen blijven vanwege hun onvoorspelbare karakter hoofdbrekens opleveren. “Steeds weer blijkt dat vrouwen als uit het niets hun kroost kunnen ombrengen”, besluit Vivienne. “Deze vrouwen hebben over het algemeen geen verleden in de psychiatrie. Sommige studies laten zien dat een traumatische gebeurtenis in hun omgeving – zoals een plotseling overlijden van een familielid – de trigger vormt. Het zou mooi zijn als we de directe omgeving van vrouwen alerter zouden kunnen maken op signalen. Want het blijven afschuwelijke gebeurtenissen.”

    Zie ook: Hoge sterfte onder vrouwen na tbs

    Steun de website Femke Fataal

    Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!