Het gesprek met de officier van justitie over de moord op mijn broer heeft een enorme impact op me. Het is begin oktober 2017. Ik heb dagen nodig om bij te komen. Joost is bijna drie maanden eerder doodgestoken in de Amsterdamse metro door een psychiatrische patiënt. De details waarmee de officier in de bespreking kwam, zijn niet te bevatten.
Er is geen tijd om dingen te verwerken met een peuter en een baby die al mijn aandacht opeisen. Soms kan ik de dagen bijna niet aan en is zelfs het maken van een ommetje me te veel. Vermoeid door alle slapeloze nachten en de emoties die opspelen als ik denk aan die afgrijselijke, laatste minuten die Joost heeft moeten doormaken.
De officier heeft ons laten weten dat het een embargo-gesprek was. Dat houdt in dat we met niemand over de gewelddadige dood van Joost mogen praten tot de rechtszaak is afgerond. Vreselijk. Onmenselijk ook. Hoe kan justitie van ons verlangen dat we zulke informatie alleen en in stilte dragen?
Familierechercheurs
Mijn schoonzus is ondertussen benaderd door de familierechercheurs. Ze willen weten wat de officier van justitie ons heeft verteld. Serieus? We zijn verbijsterd.
Wat moeten we met hun vraag? Vrolijk alle gruwelijke details opsommen? Waarom moet mijn schoonzusje in vredesnaam de familierechercheurs inlichten? Zíj́ zijn toch van de politie? Hoe verhoudt hun vraag zich trouwens tot het door justitie opgelegde embargo? Kunnen de familierechercheurs hun informatie niet ergens anders vandaan halen? Mijn schoonzus is in een onmogelijke positie gebracht. Zelfs nu vraag ik me af of deze rechercheurs zich eigenlijk wel realiseerden wat zo’n vraag bij nabestaanden teweegbrengt.
Het gesprek met de officier van justitie roept weer nieuwe vragen bij ons op. Via onze advocaat sturen we die een paar weken later naar het OM. De officier heeft immers aangegeven dat we haar áltijd mogen benaderen.
Stil
Een reactie laat op zich wachten. Meerdere keren zoekt onze advocaat contact met justitie maar steeds blijft het stil. We begrijpen er niets van. Uiteindelijk vernemen we dat er wel antwoorden zijn, maar dat de officier geen tijd voor ons heeft! Pas in april wil ze ons weer te woord staan. Maar liefst zes maanden moeten we wachten. Waarom?
We zitten in een achtbaan die ons door een gecompliceerde en verwarrende wereld van politieonderzoek en strafproces slingert. Onze advocaat en casemanager van Slachtofferhulp Nederland leggen uit wat ons te wachten staat, waarmee we rekening moeten houden en wat onze rechten en plichten zijn. Allemaal zo onwerkelijk…
De dag van de eerste rechtszitting is aangebroken. Op van de zenuwen rijd ik naar het Amsterdamse gerechtsgebouw. Meestal is zo’n pro formazitting van korte duur, is me verteld. Een paar minuten, waarbij vooral de vraag centraal staat of de voorlopige hechtenis van de verdachte moet worden voortgezet. Ze verwachten dat er pers op de zitting afkomt en ontvangen ons in een speciaal deel van het gebouw om ons af te schermen van de media.
Slechte film
Wat voelt dit bizar. Als een slechte film waarin we moeten acteren. Ik weet niet of de dader aanwezig zal zijn. Verdachten mogen zelf bepalen of ze een zitting bijwonen, was de uitleg van onze advocaat. Op het laatste moment hoor ik dat hij er is. Poeh, straks zit ik dus in één ruimte met Joosts moordenaar. Hij heeft al meerdere advocaten gehad en kan flink agressief zijn, is het verhaal. Ik vraag me gespannen af hoe hij zich tijdens de zitting zal gedragen.
We lopen de rechtszaal in. Er zijn veel journalisten. De dader zit niet ver bij ons vandaan. Als hem wordt gevraagd of het klopt dat hij Philip O. heet, wil hij niet antwoorden. We zien en horen hem smoezen met zijn advocaat, in het Engels.
Dan beklaagt hij zich erover dat hij wordt vastgehouden terwijl hij niets heeft gedaan, dat in de gevangenis in zijn eten wordt gespuugd, dat de waterleidingen met wc-leidingen zijn verwisseld. Een bizar tafereel. Joosts moordenaar blijft ontkennen iets te hebben gedaan, zegt dat hij geen crimineel is en eist dat hij teruggebracht wordt naar het AMC voor behandeling. Vreselijk om te zien en om aan te horen.
Misgegaan
Als de zitting voorbij is, verschijnen onmiddellijk allerlei artikelen online. Zo ook op de website van het AMC. Het wordt duidelijk dat medewerkers van het ziekenhuis bij de rechtszitting zijn geweest. We lezen in hun bericht dat er iets moet zijn misgegaan bij het toekennen van verlof aan de dader.
Iets misgegaan… Afschuwelijk om te lezen dat mijn broer om deze reden nu dood is. Korte tijd later wil ik hetzelfde bericht nog een keer doornemen. Stomverbaasd constateer ik dat het opeens is aangepast. Nu wordt met geen woord meer gerept over die verkeerde inschatting. Vreemd. Het bericht wordt tot drie keer toe veranderd. De laatste versie is dusdanig anders dat ik me afvraag hoe dit allemaal kan.
*De vorige column van Saskia kun je hier terugvinden.