‘Moord op Anna mogelijk op te lossen met dna-onderzoek’

3067
Anna Heemenga (85) werd gruwelijk toegetakeld door haar moordenaar. Foto: politie.

De ene moordzaak is de andere niet. Ik heb me al vaak afgevraagd waarom sommige levensdelicten zoveel meer aandacht in de pers krijgen dan andere. Achtergrond, geslacht en leeftijd van het slachtoffer spelen daarbij een rol, is mijn ervaring. Al zal geen persorgaan dat willen toegeven.

Ook van de moord op de hoogbejaarde Anna Heemenga uit het Groningse Zuidwolde is weinig terug te vinden in de media-archieven. Maar dat maakt dit onopgeloste dossier niet minder ernstig.

Na afloop van een stralende junidag in 1995 wachtte Anna in haar eigen huis een vreselijk lot. Haar moordenaar drong – hoogstwaarschijnlijk tegen tien uur die avond – haar woning aan de Beijumerweg binnen door de achterdeur open te breken. Maar Anna hoorde dat allemaal niet. Ze was doof. 

Bed

De volgende ochtend, donderdag 29 juni, werd de oude dame door haar schoondochter gevonden. Ze lag in bed, in een poel van bloed, en ademde nog nauwelijks.

De verwondingen die Anna had opgelopen, bleken ongekend gewelddadig. Letterlijk elk bot in haar hoofd was gebroken, terwijl de vingers van haar handen meerdere snijwonden vertoonden.

De dader moet een scherprandig voorwerp hebben gebruikt waartegen het slachtoffer zich wilde verweren, stelde een schouwarts later vast. Anna’s hoofdwonden waren typerend en hadden de vorm van een ster. Het bleef echter onduidelijk waarmee de Groningse werd geslagen.

De hoogbejaarde vrouw heeft niets meer kunnen zeggen. Ze ontwaakte niet meer uit haar coma en kwam op 10 augustus dat jaar te overlijden.

Grondig

De recherche onderzocht het huis van de omgebrachte vrouw grondig. Er bleek amper iets weg te zijn. Een portemonnee lag in de woonkamer. Ook het geld dat de bewoonster in een sok bewaarde was nog aanwezig. Alleen een hanger in de vorm van een hugenotenkruis, een sieraad dat hooguit een paar tientjes waard is, was verdwenen.

Tijdens het sporenonderzoek werd een vingerspoor in de woning veiliggesteld. De politie liet dat vergelijken met vingerafdrukken van bekende criminelen. Het leverde niets op. Uit een schaamhaar die op het lichaam van de dodelijk gewonde Anna werd aangetroffen, kon een dna-profiel worden gehaald. Dat matchte echter met niemand in de dna-databank. De politie ging er bovendien vanuit dat de schaamhaar waarschijnlijk op de Groningse terecht was gekomen, toen hulpverleners zich over haar hadden ontfermd.

Buurvrouw

Tijdens een buurtonderzoek vertelde Anna’s buurvrouw de politie dat zij rond tien uur in de avond gegil vanuit het huis had gehoord. Verder hadden enkele getuigen een onbekende man in het buurtje zien rondlopen.

Van het ziekenhuis hoorde het rechercheteam dat een onbekende twee dagen na de aanval op Anna telefonisch contact had opgenomen. De man had zich voorgesteld als Anna’s kleinzoon en geïnformeerd naar de toestand van zijn oma. Toen hem werd gevraagd hoe zijn oma heette, had hij echter geen antwoord gegeven. Bovendien wilde hij ook zijn eigen naam niet noemen.

Anna’s kleinzoon heeft het ziekenhuis niet gebeld. Wie er wel contact had gezocht, wist het onderzoeksteam in 1995 niet te achterhalen.

Zes weken na de inbraak werd het dossier als onopgeloste roofmoord gesloten om uiteindelijk te verhuizen naar het cold case team van de politie Groningen.

Handen

Acht jaar later kwam het in handen van toenmalig rechercheur Dick Gosewehr die in die tijd deel uitmaakt van dat cold case team.

“We hadden destijds twaalf onopgeloste zaken onder onze hoede”, kijkt Dick terug. “Omdat ik elke cold case goed wilde kennen, heb ik van al die zaken de dossiers doorgenomen. Ook de stukken in de zaak van Anna Heemenga heb ik uitgebreid bestudeerd.”

Dick en zijn toenmalige collega Harrie Timmerman, een politiepsycholoog van het cold case team, kwamen destijds tot een heel andere conclusie dan het onderzoeksteam in 1995. Dat verschil zit ‘m in de interpretatie van een niet onbelangrijk detail: de mannelijke schaamhaar die op het slachtoffer lag.

Ambulancebroeder

“Het idee dat een ambulancebroeder die schaamhaar op Anna had achtergelaten, vonden we niet aannemelijk”, vervolgt Dick. “In onze ogen is het een daderspoor. Maar een ‘gewone’ inbreker gaat niet met ontbloot onderlichaam op een slachtoffer zitten. Er moest dus iets anders aan de hand geweest.”

Daar komt bij dat er nauwelijks spullen uit de woning van Anna werden verduisterd. Allerlei zaken die een inbreker beslist met zich zou meenemen – zoals de portemonnee en het geld in de sok – waren onaangeroerd gebleven. Ook dat maakt een roofmoord niet waarschijnlijk.

Scenario

In hun analyse van 2003 beschrijven Dick en Harrie een ander scenario. Volgens het toenmalige politiekoppel werd Anna Heemenga niet het slachtoffer van een roofmoord, maar van een zedenmisdrijf.

Dick: “Het is bekend dat seksuele delicten tegen oudere vrouwen meestal worden gepleegd door jongens of jonge mannen uit de omgeving van het slachtoffer. Veelal gaat het daarbij om jonge daders die weinig of geen seksuele ervaring hebben en die een makkelijk slachtoffer zoeken.”

Foto ter illustratie. Image by Republica from Pixabay

Er zijn meer omstandigheden in de Groningse zaak die doen vermoeden dat de moordenaar een bekende van Anna is.

Aangezien de buurvrouw tegen tien uur ’s avonds een schreeuw waarnam, wordt aangenomen dat de dader kort daarvoor het huis van Anna binnenkwam. Als dat klopt, dan nam hij een ongekend risico want de zon ging die 28e juni 1995 pas om 22.03 uur onder. Bovendien moet het kraken van de deur lawaai hebben gemaakt. Dat alles wijst op een bekende die wist dat de bewoonster niets kon horen.

Tekenen

Ook uit het overmatige geweld tegen de oude vrouw vallen zaken af te leiden. Dick en Harrie sluiten niet uit dat Anna’s moordenaar zwaar gestoord is. “Maar waarschijnlijker is het dat hij zeker wilde weten dat het slachtoffer de aanval niet zou overleven. En dat hij dus bleef slaan tot Anna geen tekenen van leven meer vertoonde.”

De twee voormalige leden van het Groningse cold case team denken bovendien dat het de dader is geweest die een paar dagen erna het ziekenhuis belde.

“Het feit dat hij de moeite nam om contact op te nemen, doet vermoeden dat de dader bang was dat zijn slachtoffer de aanval had overleefd en hem kon gaan aanwijzen. Die onzekerheid moet hem naar de telefoon hebben doen grijpen.

Hij deed zich daarbij voor als Anna’s kleinzoon: opnieuw een aanwijzing dat het om een jonge dader gaat.

Eenduidig

Het feit dat hij Anna’s naam niet noemde, valt niet eenduidig uit te leggen. Het kan zijn dat de dader die naam niet wist en dat hij daarmee dus niet tot de directe omgeving – kennissen of bewoners in de buurt – van de Groningse vrouw behoorde.  

Een andere mogelijkheid is dat hij wellicht bang was dat hij gemakkelijker was op te sporen indien hij liet weten dat hij op de hoogte was van de identiteit van het slachtoffer.

Een kans om de zaak op te pakken, kregen Dick Gosewehr en Harrie Timmerman niet. In 2005 brachten zij een aantal ernstige misstanden binnen de politieorganisatie naar buiten, waarop de politie de twee klokkenluiders zonder pardon op straat zette.

Verkrachter

Toch is hun analyse later deels door hun opvolgers gebruikt. In 2010 liet het Groningse cold case team namelijk weten dat zij in de zaak-Anna Heemenga uitgaan van een verkrachter als moordenaar.

In 2017 werd de kwestie vermeld in de cold casekalender van dat jaar. Daarna werd het weer stil rond de onopgeloste moord op Anna.

Anno 2020 zijn er nog steeds mogelijkheden om een doorbraak in deze cold case te forceren, benadrukt Dick. “Er is immers een dna-profiel uit een schaamhaar. Dat kan alsnog vergeleken worden met dna van toenmalige jongemannen uit de omgeving van Anna. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan bekenden van haar kleinzoon.”

Y-chromosomaal

Een andere optie is een zogenaamd dna-verwantschapsonderzoek, waarbij alle mannen die in een straal van enkele kilometers rond Anna’s huis wonen of woonden, wordt verzocht dna af te staan. Met zulk y-chromosomaal onderzoek is het ook mogelijk om de dader te achterhalen via zijn mannelijke verwanten zoals een broer, oom of vader.

“De kans is zeker aanwezig dat de dader van deze gruwelijke moord daarmee alsnog kan worden opgespoord”, aldus Dick.

De nabestaanden van Anna Heemenga wilden de afgelopen dagen helaas niet reageren op de bevindingen van de twee oud-speurders.

*Geïnteresseerd in meer moordzaken waarin toenmalig rechercheur Dick Gosewehr en politiepsycholoog Harrie Timmerman onderzoek deden? Kijk dan vooral ook even hier.

Steun de website Femke Fataal

Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!

2 REACTIES

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.