
Plotseling was er afgelopen kerst die heldere gedachte. Ik zat op de bank, een beetje tv te kijken, toen ik me afvroeg hoe het met mijn vroegere belager zou zijn. Zou mijn ex die me in het verleden met een koevoet aanviel en bijna doodsloeg, nog in leven zijn?
Hij is elf jaar ouder dan ik, zijn gezondheid was al niet best toen we nog een relatie hadden. Ik had me vaker afgevraagd wat de stand van zaken was. Dat alles in het besef dat als hij er niet meer was, ik weer een hoofdstuk kon afsluiten. Toch had ik niet eerder durven kijken. Ik wilde niet met foto’s van hem worden geconfronteerd.
Afbeeldingen
Nu was dat anders. Ik pakte mijn laptop en tikte op Google zijn naam in. Bijna achteloos, constateerde ik verbaasd. Zijn foto verscheen bij de afbeeldingen. Bij het zien van zijn beeltenis huiverde ik. Dit was de man die in mei 2013 had gepoogd mij om het leven te brengen, nadat hij me zeven maanden lang had gestalkt.
Ik hoef niet te kijken, besloot ik, en scrolde verder in de zoekresultaten. Daar was het ineens: een overlijdensbericht van iemand met dezelfde naam! Zou het echt waar zijn?
Ik opende de link en kwam terecht op de pagina van een begrafenisonderneming. De naam van de overledene was dezelfde. De geboortedatum klopte eveneens, net als de woonplaats. Dit moest hem wel zijn. Zou hij echt niet meer tot de levenden behoren?
Opluchting
Een groot, onbeschrijflijk gevoel van opluchting en blijdschap ging door me heen. Ik kon het nog niet geloven en wilde een bevestiging. Snel ging ik naar Facebook. Met enige spanning deblokkeerde ik zijn profiel, om te ontdekken dat het een ‘in memoriam-pagina’ betrof. Ik ging weer terug naar die webpagina, en zag dat je kon klikken op de overlijdenskaart. Toen wist ik het zeker. Mijn ex was inderdaad ruim twee maanden geleden overleden.

Ik kon het wel van de daken schreeuwen van blijdschap en opluchting. Tegelijkertijd waren er ook tranen om alle ellende die hij teweeg had gebracht bij mij, mijn kinderen en vele naasten.
Kinderen
Het voelde raar om blij te zijn met het overlijden van iemand. Ik schreef in mijn vorige column al dat ik hem ook kon zien als vader en opa. Zijn kinderen en kleinkinderen zouden vast verdriet hebben. Al vroeg ik me ook af of zij eigenlijk wel wisten wat hij mij had aangedaan.
Toen we nog een relatie hadden, ontdekte ik dat hij de waarheid nogal eens naar zijn hand had gezet. Ongetwijfeld had hij tegenover zijn familieleden een smoes opgehangen over de week die hij destijds in een Belgische cel had doorgebracht, in afwachting op uitlevering naar Nederland. Een weekje vakantie en een gsm die niet meer werkte. Zoiets.
Heftig
Om mijn blijdschap aan de grote klok te hangen, leek me bij nader inzien niet zo’n goed plan. Dat zou een heel heftig bericht zijn op kerstavond.
Ik appte een lieve vriendin en dierbare kennis die mij tijdens de stalkingsperiode en na de aanval vaak hadden bijgestaan. De reacties waren ronduit tof. Beiden snapten meteen hoe ik me voelde. Toch moest ik het gewoon even écht delen met iemand. Ik stapte naar mijn buren, inmiddels al op respectabele leeftijd, die al die jaren zo met me hadden meegeleefd. Toen ik mijn voordeur uitliep, ervoer ik een gevoel van grenzeloze vrijheid. Het is voorbij! Nooit meer zou hij mij kwaad kunnen doen!
Verademing
Mijn buren waren erg blij voor me. Ook bij hen bespeurde ik verademing op hun gezichten. De buurvrouw vertelde dat ze een paar weken eerder nog tegen haar man had gezegd dat hij de struik op de hoek van hun tuin weer flink moest snoeien.

Achter die struik had mijn ex zich destijds verschanst om me op te wachten. Nadien had ik de buren gevraagd om te snoeien zodat ik goed zicht had op de brandgang. Dat deden ze altijd graag. Maar inmiddels was de begroeiing toch weer behoorlijk hoog geworden – al had ik daar al een tijdje geen probleem meer mee. Het ontroerde me, toen de buurvrouw erover sprak. Het maakte voor mij opnieuw duidelijk dat zo’n gebeurtenis óók voor mensen in je omgeving een langdurig impact kan hebben.
Nieuws
Na het kerstweekeinde ben ik het nieuws met vrienden en familie gaan delen. Ook bezocht ik de andere buren die al even opgetogen waren. De dochter van een van hen was in de nacht dat het was gebeurd, net thuisgekomen van een avondje uit. Ze had gezien hoe ik met een bebloed hoofd de ambulance werd ingereden en had daar nog vaak over gesproken.
Mijn zus die me als advocaat had bijgestaan, benoemde precies waarom ik me zo bevrijd voelde: ‘Nooit meer een gedachte, laat staan de angst dat hij je nog iets zou kunnen aandoen.’ Er waren ook mensen die pas bij het horen van dit nieuws beseften dat die angst nog steeds realiteit voor me was geweest.
Last
Ik had daar de laatste tijd weliswaar minder vaak last van gehad, toch bleef het energie vergen. Zodra er vanuit mijn onbewuste angstige gevoelens opkwamen of getriggerd werden door externe factoren, diende ik die om te buigen en de lichamelijke sensaties die daarbij ontstonden weg te laten vloeien. Datzelfde gold voor de momenten waarop ik in bed lag, nog nèt wakker was en geluiden in of om mijn huis hoorde. Ik was altijd een heel goede slaper geweest. Sinds de aanval slaap ik echter structureel te weinig en elders altijd beter dan thuis.
Ik had steevast de wil gekoesterd om iets goeds met die nare geschiedenis te doen. Die wil was groter dan de angst, zodat ik me niet heb laten weerhouden. Het was wel traag gegaan en dat verweet ik mezelf lange tijd. Nu weet ik dat het enerzijds ging om het verzamelen van moed, en anderzijds om het doorlopen van een proces dat me had geholpen om goed te doorvoelen of ik er zelf klaar voor was.
Geschiedenis
Tegenwoordig deel ik mijn geschiedenis steeds vaker – tijdens mijn veiligheidstrainingen en -lezingen, op LinkedIn en op deze website. Dat was af en toe heel spannend maar het heeft me juist goed gedaan en sterker gemaakt. De vele fijne reacties hebben daaraan bijgedragen.
‘When we deny our stories, they define us. When we own our stories, we get to write a brave new ending’, is een toepasselijke uitspraak van de Amerikaanse hoogleraar en schrijfster Brené Brown.
Verandert
Nu ik weet dat mijn ex er niet meer is, voel ik dat er iets verandert in mij. Ik merk het bijvoorbeeld aan mijn reactie op geluiden in die waak-slaapfase. Ik hoor ze nog wel, maar mijn lichamelijke respons is al minder sterk. Ik heb altijd gezegd dat ik ooit weer goed ga slapen en nu groeit het vertrouwen dat dat gaat lukken.

Al schrijvende merk ik weer goed waarom ik mijn verhaal wil delen. Gestalkt en mishandeld worden heeft een enorme impact op het leven van een slachtoffer en op haar of zijn omgeving. Jarenlang. Gelukkig is stalking sinds 2000 strafbaar, nadat Harry Sacksioni destijds had geopenbaard dat hij al jaren werd gestalkt door een fan. Zijn verhaal heeft de politiek in die tijd het zetje gegeven om wetgeving te maken.
Zoals ik in mijn vak als gedragsveiligheidskundige al jaren verkondig: regels maken de wereld niet veiliger, mensen wel. En straffen gebeurt pas wanneer het kwaad al geschied en bewezen is. Voorkomen vergt een andere cultuur en gedrag, ook bij politie en justitie. Dát veranderen kost tijd en aandacht. Ik vertel mijn verhaal om ook een steentje bij te dragen.
*Meer lezen van Annemarie? Hier vind je haar vorige column.
Wat fijn voor je! Eindelijk echt alles in t verleden kunnen laten. Ik weet dat velen de impact niet kunnen beseffen, en soms voelt dat heel naar en eenzaam. Maar jij gebruikt dit heftige verleden om er anderen mee te helpen. Een echte leider!