‘Reactie Grapperhaus over cold cases geeft nul vertrouwen’

2662
De vermoorde Larissa Dumont op haar wedstrijdpaard Jetalito Jetset.

De reactie van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid op de Kamervragen over ons boek Moordsporen geeft nul vertrouwen, vindt advocaat Job Knoester.

In het in november uitgebrachte ‘Moordsporen, op zoek naar de waarheid in cold cases’ beschrijven oud-rechercheur Dick Gosewehr en ik onze naspeuringen naar zeven zaken.

Het gaat om moorden die niet of nauwelijks zijn onderzocht en die door politie en OM zijn afgedaan als vrijwillige verdwijningen of ongevallen. In latere politieonderzoeken, ontdekten we, werden eerdere fouten niet door de opsporingsautoriteiten hersteld maar onder tafel gehouden.

Meerderheid

Op basis van het boek stelde een meerderheid van de Tweede Kamer in november onder aanvoering van SP’er Michiel van Nispen vragen over die praktijken aan minister Grapperhaus.

Daarbij stond de Kamer tevens stil bij het in Moordsporen omschreven voorstel van advocaat Job Knoester om een onafhankelijke commissie in te stellen waar nabestaanden bij ernstig twijfel over opsporingsonderzoeken kunnen aankloppen. Job legde dat plan in 2015 al voor bij toenmalig minister van Veiligheid en Justitie Van der Steur.

“Grapperhaus komt nu met dezelfde reactie die zijn voorganger destijds gaf”, concludeert de advocaat. “Van der Steur vond dat er voor nabestaanden al voldoende mogelijkheden zijn om ernstige bedenkingen over het opsporingsonderzoek naar voren te brengen, ook als zij een onafhankelijk oordeel willen.”

Ten onrechte

De huidige bewindsman denkt daar net zo over. “Ten onrechte”, vervolgt Job,  “want het zijn stuk voor stuk justitiële trajecten die niet transparant zijn en waarbij de slager zijn eigen vlees keurt. Dat werkt niet. Niet voor nabestaanden en niet voor de waarheidsvinding.”

De bewindsman onthoudt de Kamer bovendien informatie over het onderzoek naar de dood van de 25-jarige amazone Larissa Dumont. Zij kwam volgens een achttal (forensische) experts in Moordsporen om het leven door een misdrijf en niet door een ongeluk met een spijker zoals OM en NFI – ‘in brede consensus met buitenlandse forensisch deskundigen’ – in 2016 stelden.

Opvallend is dat de bewindsman alleen refereert aan het onderzoek in 2016 maar met geen woord rept over een eerder onderzoek in 2008. Toen stelden hetzelfde OM en hetzelfde NFI – eveneens ‘met steun van buitenlandse deskundigen’ – vast dat Larissa was gedood door paardenbeten.

Radar

Ook deze zaak werd dus in eigen kring her-beoordeeld waardoor eerdere fouten onder de radar bleven.

Vraag is hoe het OM en NFI, na jarenlang te hebben vastgehouden aan dodelijke paardenbeten, in 2016 een ommezwaai konden maken waarbij een spijker als doodsoorzaak werd aangewezen. Welke conclusie is dan meer waard: dodelijke paardenbeten of een spijker? Of zijn beide conclusies niets waard omdat er nooit een uitgebreid onderzoek kwam?

Wij denken het laatste en onderbouwen dat in Moordsporen. De minister zou er goed aan doen om zich niet alleen (klaarblijkelijk beperkt) te laten voorlichten door zijn ambtenaren maar vooral zelf het boek te lezen.

Verwondingen

Coauteur Dick Gosewehr en ik zijn bovendien bereid om Grapperhaus de foto’s van Larissa’s verwondingen te verstrekken. Die zijn te gruwelijk om in de openbaarheid te vertonen maar spreken boekdelen. Zelfs een leek kan zien dat het slachtoffer niet stierf door een paardenbeet of spijker, maar dat haar destijds de hals werd doorgesneden.

De aanhoudende doofpotpraktijken zijn precies de reden, vinden wij met advocaat Job Knoester waarom er voor nabestaanden een onafhankelijke commissie dient te komen. Zo’n loket zou moeten bestaan uit juristen, forensische wetenschappers en bijvoorbeeld oud-rechercheurs die cold cases voor familieleden tegen het licht houden. Voor veroordeelden is er al jaren zo’n loket. Maar waarom niet voor nabestaanden?

Grapperhaus zwijgt over dat voorstel en verwijst slechts naar pilots of zogeheten reflectiekamers van het OM die reviews kunnen instellen.

Onafhankelijkheid

Job: “De onafhankelijkheid zou worden gewaarborgd doordat zo’n review wordt uitgevoerd door medewerkers van een ander arrondissementsparket en politie uit een andere regio. Ook externe deskundigen kunnen deelnemen aan de review. Dat klinkt veelbelovend, maar de werkelijkheid is anders.”

De advocaat kreeg al in diverse cold case-zaken te maken met reviews. Eén ervan is de zaak van Leon Groeneweg, een 19-jarige jongen uit Schiedam die in 2008 dood bij het Kruininger Gors in Oostvoorne werd aangetroffen. Ook naar dit dossier deden Dick en ik in het verleden onderzoek. We stuitten daarbij op tal van aanwijzingen voor een misdrijf die het OM niet wil onderkennen.

“In deze zaak kwamen er zelfs twee reviews”, vertelt Job die Leons ouders al jaren bijstaat. “Aan de nabestaanden werd na afloop medegedeeld dat de uitkomsten het OM niet op andere gedachten hadden gebracht.”

Weigerde

Leons vader en moeder wilden vanzelfsprekend weten hoe dit reviewproces was verlopen en waarom de reflectiekamers niet op andere bevindingen kwamen. Verder vroegen zij zich af of de reviewcommissie daadwerkelijk onafhankelijk was en wie er zitting in dat comité hadden. Het OM weigerde de vragen te beantwoorden. Verslagen en notulen van het onderzoek werden ondanks herhaalde verzoeken nooit aan de ouders verstrekt.

Met een praatje met de voorzitter van het College van Procureurs-Generaal kwam de familie niet verder. De topman van het Openbaar Ministerie toonde empathie, maar wilde evenmin antwoorden en uitleg geven. Het heeft de ouders dus niets gebracht.

Mogelijkheid

Net als Van der Steur een aantal jaren geleden deed, verwijst Grapperhaus verder naar de mogelijkheid van de artikel 12-procedure.

Maar die procedure bij een gerechtshof biedt evenmin een oplossing voor gevallen waarin er tussen nabestaanden en justitie verschil van inzicht is over de vraag of er sprake is van een misdrijf. “Om met succes zo’n procedure te voeren moet aannemelijk worden gemaakt dat er een misdrijf is”, legt Job uit. “Daar zit nu juist vaak het verschil van mening in.”
 
Het gerechtshof heeft bovendien onvoldoende middelen om nader onderzoek te laten verrichten. Van der Steur overwoog daarom in 2015 een wettelijke mogelijkheid in te voeren waarmee een gerechtshof een zaak in het kader van een artikel 12-procedure kan verwijzen naar de raadsheer-commissaris. De rc kan vervolgens opdrachten voor nieuw onderzoek geven aan opsporingsambtenaren.

Job Knoester: “Op die wijze kon het gerechtshof volgens Van der Steur beter feitenonderzoek doen. Ook dit bleek een doekje voor het bloeden. De wet is er nooit gekomen.”

Steun de website Femke Fataal

Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.