Een man die liefst veertien jaar in tbs-klinieken zat, stond vorig jaar centraal in een tv-documentaire. Met zijn behandeling was laat gestart. Deze patiënt was blijven ontkennen strafbare feiten te hebben gepleegd. Dat had wrijving en zelfs onthouding van zijn tbs-behandeling als gevolg gehad.
Een van de opvallendste en ook herkenbare quotes in die uitzending vond ik de uitspraak: ‘Het systeem kan nog zo goed zijn, je bent toch altijd afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering.’
Ook van mijn cliënten heeft een aantal tbs met dwangverpleging opgelegd gekregen.
Traject
Maar wat houdt dat nu eigenlijk in, zo’n traject? Veroordeelden met tbs worden van overheidswege verpleegd in een kliniek. De meeste patiënten zitten er jaren. Bij de therapie moet uiteraard worden ingezet op hun stoornissen en op het herhalingsgevaar. De rechter toetst om de paar jaar of de tbs moet worden verlengd.
Maar in mijn praktijk heb ik gemerkt dat die tbs-behandeling vooral de eerste jaren vaak ernstig achterblijft.
Dat gebeurde bijvoorbeeld bij meneer T., een van mijn cliënten. T. was in 2018 begonnen aan zijn tbs. Al snel werd ik door hem benaderd. Het bleek dat voor hem geen behandelplan was opgesteld en dat daardoor nog geen therapie op gang was gekomen.
Afspraken
Voor iedere tbs’er hoort in zo’n plan te zijn vastgelegd hoe er wordt gewerkt aan herstel en resocialisatie. Dat pakket aan afspraken is van groot belang, omdat het in grote lijnen het traject van de behandeling omvat. In de wet is vastgelegd dat het behandelplan drie maanden na binnenkomst van de patiënt klaar moet zijn.
Er waren heel wat klachten en brieven van onze kant nodig om dit voor meneer T. geregeld te krijgen. Uiteindelijk was het behandelplan pas na tien maanden gereed.
Meneer T. zat zijn behandelaren gedurende die eerste tien maanden bij voortduring achter de broek om iets van therapie te krijgen. Ook het opstarten van zijn verlof bleek nogal wat voeten in de aarde te hebben. Om de drie maanden is er over patiënten als meneer T. een overleg binnen de kliniek. Er wordt dan gekeken naar hun vooruitgang en de vraag of hun vrijheden kunnen worden uitgebreid.
Ziekte
Maar mijn cliënt kreeg geen cent duidelijkheid over zijn verlof. Ik besloot voor hem contact op te nemen met zijn behandelcoördinator. Toen ik de kliniek aan de lijn kreeg, werd me doodleuk verteld dat deze medewerker al wekenlang afwezig was wegens ziekte. Een vervanger was er niet eens.
Inmiddels verblijft meneer T. al bijna twee jaar in de tbs-kliniek en is er voor hem nog altijd geen zicht op verlof. De behandelcoördinator heeft inmiddels toegegeven dat de kliniek fouten heeft gemaakt.
Concreet gaat het om het te laat opstellen van het behandelplan en het te laat starten van passende behandeling door een tekort aan therapeuten. Ondanks een toezegging van de behandelcoördinator is ook nu nog steeds geen verlof voor meneer T. aangevraagd.
Rechter
Volgende maand ga ik met deze cliënt naar de rechtbank. Daar moet besloten worden of zijn tbs weer met twee jaar dient te worden verlengd. De rechters bekijken dan vooral welke vorderingen meneer T. heeft gemaakt. Bovendien moet antwoord komen op de vraag of hij een gevaar vormt voor de samenleving. Maar hoe moet de rechter dit in vredesnaam toetsen nu meneer T. zich nog niet heeft kunnen bewijzen op verlof?
De zaak van meneer T. staat bepaald niet op zichzelf. Inmiddels hebben zich bij mij meer tbs’ers met dezelfde problemen gemeld.
De beeldvorming over tbs’ers in ons land is ondertussen erg gekleurd. In de media verschijnen vrijwel uitsluitend berichten over tbs’ers die de fout zijn ingegaan.
Onnodig
In werkelijkheid zijn er veel meer tbs’ers die het goed doen maar die wegens een gebrek aan passende behandelingen en behandelaren niet vooruit komen. Het gevolg is dat zij onnodig lang in klinieken moeten blijven.
De oplossing ligt niet in het langer opsluiten van tbs’ers maar in het uitbreiden van de behandelcapaciteit en de personeelsbezetting in de klinieken.
Het gaat om verpleging van overheidswege. Dan wordt het wel tijd dat de overheid oog krijgt voor deze problemen!
*Lees ook de vorige column van strafrechtadvocaat Bo Maenen: tunnelvisie bij politie en OM.
Over TBS is de burgerij niet zo bijzonder enthousiast.
Je moet nogal wat uitgevreten hebben wil je TBS krijgen.
Er heerst algemene non-acceptatie.
Voor de burgerij komen deze delinquenten liefst helemaal nooit meer “los”.
Zo denkt de bevolking er nu eenmaal over en dan is daar weinig aan te doen. De journalistieke schrijvers en volks opinie beinvloeders gaan daar in opportunisme ver in mee.
Er moeten daartoe gevangenissen worden bijgebouwd. Hoezeer staatssecretaris Teeven zich daartegen ook verzette (kosten).
Er moet veel personeel worden geworven.
De maatschappij ontspoort.
Er is geen enkele sturing meer.
Ook het snel stijgend aantal déraillementen van Tbs’ers op verlof (Den Dolder, Ottersum, Cadier en Keer) speelt daarin nadelig mee.
In principe moet het zo weer zijn dat een tbs’er die op verlof gaat nooit meer verlof mag krijgen. Tijdens zijn TBS traject.
De vereniging voor strafrechthervorming toen die nog bestond (prof. Hulsman) heeft wel gepleit voor meer vrijheid op verlof voor tbs’ers.
Dat is er onder druk van de publieke opinie nooit van gekomen.
TBS dinquenten en hun begeleiders, strafrecht advocaten dienen verdergaande te beseffen en ernaar te handelen dat de bevolking thans hoe langer hoe meer waarde hecht aan de vergeldings component van strafrecht dan aan eventuele humanisering ervan.
Het geduld en het invoelingsvermogen uit medemenselijkheid zijn op.
In het habeas corpus heb je als tbs’er ieder recht om verder te kunnen en te mogen leven verspeeld (beul en guillotine).
Dat heb je te beseffen voordat je je wandaad pleegt. Tegenover de omringende maatschappij.