
Lieve Nadia,
Inmiddels ben je negentien jaar en drie maanden geleden gestorven. Dit wordt de twintigste kerst zonder jou. Gek is dat; je bent ons al zo lang ontnomen en toch kan ik je bij momenten nog zo verschrikkelijk missen dat de tranen – zoals nu – over mijn wangen rollen.
Vertellen of schrijven over mijn verdriet is iets anders dan er als buitenstaander mee geconfronteerd worden. Eigenlijk maken vooral mijn man Peter en in een lagere frequentie onze moeder mijn verdriet nog mee. Nu de donkere ‘feestmaand’ weer is aangebroken, overvalt het verdriet over jouw afwezigheid mij opnieuw op allerlei onverwachte momenten.
Hartverscheurend
Ik peins over de aanleiding waardoor het gemis vanavond werd getriggerd. Misschien kwam het door het gesprek dat ik vanochtend met de psycholoog had? Ik vertelde hem hoe hartverscheurend ik het had gevonden toen we je graf bezochten op de tweede ‘verjaardag’ zonder dat jij nog verjaarde.
Een van de eerste dingen die ik deed toen we eenmaal bij je laatste rustplaats in Sintjohannesga waren aangekomen, was het lezen van de berichtjes die in een schrift waren geschreven. Dat schrift lag er speciaal voor familie en vrienden die je graf kwamen bezoeken, in een plastic box achter de grafstenen. Zo konden mensen een korte boodschap voor jou of voor ons achterlaten wanneer zij daar behoefte aan hadden.
In verwachting
Ik las er die dag in dat een goede vriendin van je in verwachting was van haar eerste kindje. Daar stonden we dan; mama en ik totaal overdonderd in de vrieskou, bij het graf van jou en papa. Nooit zou jij nog een dag ouder worden. Ik herinnerde me plots weer hoe jij je verjaardag op 2 januari altijd aangreep om een feestje te vieren. Nooit kon je mij nog uitnodigen om dat heugelijke feit samen met jou en je vrienden te vieren. En nu zou je vriendin binnenkort nieuw leven op de wereld brengen, stond in het schrift. Maar jouw leven was voorgoed geëindigd. Mijn hart stond stil.

Deze vriendin werd als eerste van jouw vriendinnengroep moeder. Nog vele geboortekaartjes van de anderen zouden volgen. Nadat een tweede vriendin een paar maanden later dezelfde boodschap aan het papier had toevertrouwd, besloten we het bezoekersschrift weer mee naar huis te nemen.
Oppakken
Het was simpelweg te pijnlijk om juist op het kerkhof te vernemen dat het leven van je vriendinnen verderging, in tegenstelling tot dat van jou. Dat deze vrouwen al zo ver op weg waren in het oppakken van hun leven, dat zij zelfs een gezin gingen stichten… We konden geen minder resolute oplossing bedenken dan het schrift definitief weg te halen.
Deze tweede vriendin vond het overigens enorm moeilijk dat ze zwanger was. Ze had opgeschreven dat haar gevoelens van blijdschap werden overschaduwd door schuld, verdriet en intens gemis.
Ook zij worstelde net zo zeer als ik met gevoelens van ‘overlevingsschuld’ ten opzichte van jou. Natuurlijk had niemand van ons op welke wijze dan ook enige schuld aan jouw dood. Maar het weer kunnen en durven omarmen van het leven viel ons en ook jouw vriendinnen erg zwaar. En dat voelt het voor mij nu nog, vooral tijdens de laatste maand van het jaar.
Opgetuigd
Begin deze maand hebben we de kerstboom weer opgetuigd. In het verleden diende Peter daar altijd het initiatief toe te nemen. Tegenwoordig doe ik het zelf. Toch roept alles wat met kerst te maken heeft nog steeds gemengde gevoelens bij mij op. Ik kan erg genieten van ons gezellige huis en alle kerstversieringen. Maar onherroepelijk wakkeren de versieringen ook steevast weemoed en gemis aan. Mijn verlangen naar jou kan alleen al door het horen van een kerstliedje op de radio worden opgeroepen.

Toen Peter en ik gingen samenwonen, weigerde ik om een kerstboom op te tuigen. Ik vond het zó ingewikkeld om blootgesteld te worden aan het verdriet door het decoreren van de boom en de dagelijkse confrontatie met dat ding, dat ik het volledig vermeed. Ik deed dat uit zelfbescherming. Het was een van de manieren waarop ik probeerde me staande te houden te midden van mijn verdriet. Dat alles in een poging te voorkomen dat ik erdoor overweldigd zou worden.
Klein
Het tweede jaar dat we samenwoonden, zette Peter een nep-kerstboompje in de woonkamer. Het was dusdanig klein dat ik de aanwezigheid ervan kon verdragen. Het jaar erop stonden er twee kerstboompjes in onze woonkamer. Ik was nog lang niet zo ver dat ik het feest dat Kerstmis hoort te zijn, weer waardeerde. Het lukte me de daarop volgende jaren echter steeds iets beter om de aanwezigheid van kerstversieringen te dulden.
Het jaar erop vond ik het goed dat Peter een grote boom neerzette. Mijn man heeft me stap voor stap laten zien dat ik Kerstmis niet hoefde te overleven. En dat het oké was om elk jaar, op mijn manier en in mijn tempo, weer kerst te beleven. Dat neemt niet weg dat ik jarenlang in gedachten mijn relatie met Kerstmis als een soort ‘gedoogbeleid’ beschouwde. Ik stond er totaal niet achter maar kon er ook niet omheen. Ik accepteerde het daarom schoorvoetend, aangezien je de kerst in onze cultuur simpelweg niet kunt negeren.
Chronische
Toch is de recente ‘opvlamming’ van mijn chronische rouw, niet alleen pijnlijk en verdrietig. Elke decembermaand word ik tevens herinnerd aan de vele mooie en liefdevolle momenten die jij en ik samen hebben gedeeld, Nadia.
Het in kerstsfeer brengen van ons ouderlijk huis was echt een activiteit waar jij en ik ons vol overgave op stortten. Minstens een dag waren we daar zoet mee. Het uitpakken van de dozen, het uitzoeken waar we wat neer gingen zetten of wat we in de boom gingen hangen; we genoten er met volle teugen van, jij en ik.
Rijkelijk
Natuurlijk versierden we niet alleen de kerstboom rijkelijk. Ook de woon- en eetkamer namen we vol overgave onder handen. Onze ouders gaven ons gelukkig de vrije hand. Soms schoten we misschien een tikje door in ons enthousiasme maar jij en ik en papa en mama waren dol op de gezelligheid en de extra sfeer in die dagen.

Dat we de kerstboom en de kerstversieringen nooit op 1 januari maar op zijn vroegst op 3 januari – een dag na jouw verjaardag – opruimden, was vanzelfsprekend.
Wens
Ter afsluiting van deze briefcolumn wens ik iedereen die tijdens deze periode rouwt over het verlies van een dierbare, het verlies van gezondheid of over het vervagen van dromen en verwachtingen liefdevolle kerstdagen toe. Daarnaast hoop ik met heel mijn hart, dat waar je ook bent en met wie je ook bent, je troost en kracht mag putten uit de wetenschap dat je niet alleen staat in je verdriet!
*Wil je meer lezen van Lucinda? Blader dan terug naar haar vorige column!