Wel geboorteverlof, maar waarom geen rouwverlof?

5774
De auteur van deze column: nabestaande Lucinda van de Ven.

Sinds deze maand hebben ook vaders recht op vijf extra weken aan gedeeltelijk vergoed geboorteverlof. Een unicum in calvinistisch Nederland. 

Voordat deze wet van kracht ging, behoorden we binnen Europa tot de landen met het kortste vaderschapsverlof. Het was dus hoog tijd dat onze overheid de opvoedkundige positie van werkende vaders serieus ging nemen door daar betaald vaderschapsverlof tegenover te stellen.

Daar waar aanstaande vaders en moeders acht tot negen maanden de tijd hebben om zich voor te bereiden op de geboorte van hun kind, kunnen veel werknemers zich niet of beperkt voorbereiden op het afscheid van een naaste. Simpelweg omdat ongeveer de helft van de sterfgevallen onverwacht gebeurt. 

Life-events

In willekeurige volgorde enkele life-events die voorkomen in de top 10 van stressvolste levensgebeurtenissen: verhuizen, trouwen, het krijgen van een kind, scheiden, ontslagen worden, slachtoffer worden van een ernstig geweldsdelict, ernstig ziek worden en het verliezen van je partner, kind of een ander nauw verwant familielid. 

Bij een verhuizing of je eigen bruiloft kun je – als daar tenminste afspraken over zijn gemaakt in je cao – twee dagen bijzonder verlof opnemen. Volgens mij is er een essentieel verschil tussen je trouwdag waar je over het algemeen met veel vreugde en plezier naartoe leeft en de plotseling dood van diezelfde partner, je kind, je broer of zus of een van je ouders. Toch is het aantal bijzondere verlofdagen dat je kunt opnemen gelijk, namelijk twee. Daarbij is het ook nog de vraag of je baas bereid is met je mee te leven en je die twee verlofdagen toe te kennen. Het staat immers niet in de wet, hij of zij is het dus niet verplicht.

Ik vind het onbegrijpelijk dat anno 2020 rouwverlof nog steeds niet bij wet is geregeld. Hiermee worden de ingrijpende en onomkeerbare gevolgen van rouw en verlies door de overheid tot op de dag van vandaag genegeerd en gebagatelliseerd. Als nabestaande van een ernstig geweldsdelict kan ik samen met vele andere nabestaanden na moord, getuigen dat traumatische rouw tot ernstige gezondheidsschade kan leiden. 

Pleiten

Ik wil er dan ook voor pleiten dat er zo snel mogelijk een wet komt waarin het recht op rouwverlof ongeacht de doodsoorzaak wordt vastgelegd, zodat familieleden in de eerste en tweede graad tenminste vijf dagen plus vijf aanvullende weken betaald rouwverlof op kunnen nemen na het verlies van hun dierbare. Hierbij mogen de vijf aanvullende weken rouwverlof in het eerste jaar gespreid opgenomen worden.

Bovendien ben ik ervoor dat wanneer sprake is van exceptionele omstandigheden rond het overlijden (zoals bij traumatisch verlies door een dodelijke ongeluk, zelfmoord, natuurramp, aanslag, moord of doodslag) de werknemer aanspraak kan maken op tien extra betaalde verlofweken. Verlof dat hij of zij naar eigen inzicht op kan en mag nemen binnen vijf jaar na het overlijden. 

Dat voor veel werknemers twee dagen rouwverlof ontoereikend is, wordt bevestigd door onderzoek verricht door het Landelijk Steunpunt Verlies (febr. – mrt 2019, 370 respondenten). 

Uit dat onderzoek kwam naar voren dat ziekteverzuim door rouwgerelateerde klachten onder werknemers opvallend hoog is. Het wordt vooral veroorzaakt doordat leidinggevenden niet goed met rouw weten om te gaan. Recenter onderzoek (aug .– sept. 2019, 572 respondenten) door het CNV bevestigt de resultaten van het Landelijk Steunpunt Verlies. En juist vandaag kwam daar nog eens nieuw onderzoek bij door Maurice de Hond in opdracht van het CNV.

Klachten

Een paar schokkende cijfers. Navraag onder 1100 werkenden wijst uit dat een op de tien een burn-out oploopt door de combinatie rouw en werk.

Liefst 33% van de werknemers is in de periode na het overlijden van een dierbare (ongeacht de doodsoorzaak) regelmatig niet in staat geweest om te werken. 42% van de werknemers vindt achteraf gezien te snel weer aan het werk te zijn gegaan. Met nogal eens als gevolg dat de psychische klap later kwam waardoor deze mensen voor korte of langere tijd niet in staat waren om te werken. 

Veel werknemers die na het overlijden van een dierbare weer aan het werk gaan, zeggen dat hun werkprestaties enigszins (43%) tot ernstig (14%) onder hun rouwgerelateerde ziekteklachten hebben geleden. 

Geen begrip

Verder geeft 25% van de werknemers aan dat de werkgever weinig tot geen begrip heeft getoond voor hun rouw. Nog eens 26% laat weten dat de werkgever eerst wel begrip toonde, maar dat dat later minder werd. 

76% van de werknemers vindt de bestaande verlofregelingen rond overlijden onvoldoende en 72% van de werknemers zou het een goede zaak vinden wanneer rouwbegeleiding door de werkgever wordt aangeboden. 

Laat deze cijfers op je inwerken en bedenk daarbij dat ook wanneer iemand nabestaande wordt na moord of doodslag, de rouwende werknemer als hij het geluk heeft dat er cao-afspraken zijn gemaakt, slechts aanspraak kan maken op twee schamele verlofdagen! Niemand kan zich toch voorstellen dat een nabestaande na moord of doodslag binnen een week na de uitvaart weer doodgewoon aan het werk gaat? Er wordt zelfs geen rekening gehouden met het feit dat het NFI het lichaam van een slachtoffer soms pas na enige tijd erna vrijgeeft.

Boekdelen

De cijfers spreken boekdelen. Maar minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is niet van plan om rouwverlof in de wet te verankeren. Kamerleden Chris Stoffer (SGP) en Paul Smeulders (GroenLinks) stelden hem begin juni 2019 daar enkele kritische vragen over. Beide politici zijn van mening dat ‘de behoefte aan verlof na rouw vaak zeker zo intensief en langdurig is als bijvoorbeeld bij de geboorte van een kind.’ 

Koolmees’ reactie destijds: “Een wettelijk recht op rouwverlof is nu niet aan de orde. Het gaat er juist om dat werkgevers en werknemers onderling een goede manier vinden om op de persoonlijke situatie in te spelen en van de zijde van de werkgever maatwerk bieden.”

Volgens de bewindsman is de behoefte aan rouwverlof verder “niet eenduidig” of komt “het verzuim pas na verloop van tijd bij werknemers aan de orde.” Volgens hem kan een generieke wettelijke regeling niet voldoen. 

Nooit

Ik vermoed dat minister Koolmees in zijn persoonlijke leven nog nooit te maken heeft gehad met acuut traumatisch verlies. Zou hij wel zo’n persoonlijke ervaring hebben gehad, dan zou hij erkennen dat mensen daadwerkelijk ziek kunnen worden van verdriet. 

Verdriet kan ertoe leiden dat iemand hoe graag hij dat ook wil, een periode niet of beperkt, in staat is om te werken. Om te voorkomen dat rouwende werknemers langdurig uitvallen in hun werk, is het essentieel dat ze in de beginfase voldoende tijd en ruimte krijgen om te kunnen rouwen. Dat kost een werkgever initieel tijd, maar levert op de lange termijn gezondheidswinst op. Bovendien is het een utopie om te verwachten dat werkgevers te allen tijde bereid en in staat zijn om hun werknemers hierin ter wille te zijn. 

*Lees ook Lucinda’s vorige column!

Steun de website Femke Fataal

Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.