Strafrechtadvocaten; dat zijn toch van die mannen van middelbare leeftijd? Strak in het pak en met grote horloges en dure auto’s? Hoewel dat ook lang mijn beeld was, is niets minder waar!
Mijn naam is Daniëlle Troost en ik ben strafrechtadvocaat in Rotterdam. In deze maandelijkse column vertel ik je over mijn ervaringen in mijn werk. Leuke en minder leuke kanten. Maar laat ik eerst toelichten hoe ik in deze beroepsgroep ben beland.
Regelmatig vragen mensen me of ik als kind al wist dat ik advocaat wilde worden. Hoewel ik weet dat dat voor sommige collega’s inderdaad het geval is, geldt dat zeker niet voor mij. Ik had namelijk precies dat clichébeeld van grijze pakken in mijn hoofd. Daar vond ik mezelf niet echt in passen.
Droomde
Toen ik rechten ging studeren, had ik mijn zinnen dan ook gezet op een andere baan in het strafrecht. Ik droomde ervan om officier van justitie te worden. Zo kon ik tenminste iets betekenen voor de maatschappij, dacht ik. Een officier van justitie stond in mijn optiek immers aan de ‘goede’ kant.
Aan het eind van mijn studie kreeg ik de kans stage te lopen bij een advocatenkantoor. Dat heb ik gedaan, eigenlijk vooral met het idee dat ik dit beroep dan definitief als optie kon schrappen.
Het liep allemaal net even anders.
Tijdens mijn stage draaide mijn beeld van de advocatuur namelijk met honderdtachtig graden. In de eerste plaats maakte ik in de praktijk mee hoe belangrijk een advocaat is. Ik ontdekte dat een rechtsstaat helemaal niet kan functioneren zonder advocaten die het proces kritisch volgen en die tegenwicht bieden aan het Openbaar Ministerie.
Weloverwogen
Alleen als er zowel aandacht is voor het verhaal van het OM, als voor het verhaal van de verdachte, kan een rechter een weloverwogen oordeel vellen.
Ik kwam er ook achter dat ik het verhaal achter de verdachte boeiend vind. Wanneer je een verdachte zelf spreekt en hoort wat er is gebeurd, dan krijg je vaak een heel ander beeld van een gebeurtenis dan wanneer je alleen een nieuwsbericht of strafdossier leest.
Een rechter en een officier van justitie zien de verdachte bovendien alleen tijdens zittingen voor de rechtbank. Juist als advocaat heb je de tijd en mogelijkheid om het grotere verhaal aan te horen en dat vervolgens ook zo goed mogelijk in het strafproces aan bod te laten komen.
Partijdig
Tot slot merkte ik dat er eigenlijk geen sprake is van een ‘goede’ en een ‘slechte’ kant. Natuurlijk zijn er advocaten die keuzes maken die niet door de beugel kunnen. Maar er zijn evengoed officieren van justitie die verkeerde beslissingen nemen, die lijken te vergeten dat zij aan waarheidsvinding moeten doen en die partijdig zijn. Er zijn geen ‘goede’ of ‘slechte’ beroepen. Het hangt er maar net vanaf hoe je je vak zelf invult.
Met die nieuwe inzichten op zak besloot ik om zelf ook strafrechtadvocaat te worden. Inmiddels ben ik bijna drie jaar en heel wat zaken verder. Ik kan jullie verzekeren dat er inderdaad niets klopt van het stereotype beeld van de advocatuur.
Hoewel die grijze pakken er natuurlijk wel zijn, bestaat de advocatuur ook uit heel andere types. En al komen ze een stuk minder vaak in de media, er zijn bijvoorbeeld ook veel jonge, vrouwelijke advocaten die helemaal niet in een dure wagen naar de rechtbank gaan. Zij pakken gewoon de fiets of de metro!