Ik werd bijna gedood maar politie deed niets

1611
Er kwam zelfs geen sporenonderzoek in en rond Annemarie's woning waar zij werd aangevallen door haar stalker. Afbeelding van Hands off my tags! Michael Gaida via Pixabay

“Is hij opgepakt? Hij zit toch wel vast hè?” Het zijn vragen die veel mensen in mijn omgeving me stelden nadat ik gestalkt en uiteindelijk ook aangevallen was door een ex.

Opgepakt werd hij inderdaad, maanden later. En na verhoor werd hij gelijk weer vrijgelaten. De zaak werd geseponeerd bij gebrek aan bewijs. Dit zijn slechts enkele zinnen waarachter heel wat verhalen schuilgaan. Te veel om in deze column te kunnen toelichten.

Mijn roepen om hulp tijdens de aanval door mijn ex – die zondagnacht van 4 op 5 mei 2013 – had mijn  overburen wakker gemaakt. Dronken jeugd die uit het dorp komt en op weg is naar huis, dachten ze. Maar het tumult stopte niet. Tegen de tijd dat mijn buurman naar buiten kwam om te kijken wat er aan de hand was, was mijn ex helaas net vertrokken.

Herrie

In eerste instantie riep de buurman: “Buuf, hou eens op met herrie maken!” Maar toen hij me zag, schrok hij zich rot. Nog vol adrenaline vertelde ik hem boos en op luide toon wat er gebeurd was. De buurman nam me mee naar zijn huis. Zijn vrouw was inmiddels ook naar beneden gekomen. Ook zij, op dat moment zeven maanden zwanger, reageerde geschrokken.

Annemarie Timmermans, de auteur van deze column, is veiligheidskundige en coach.

De politie werd gebeld en was er gelukkig sneller dan verwacht. De gemeente Moerdijk, met Zevenbergen als grootste kern, heeft net zoals zoveel gemeenten geen eigen politiepost meer en het gebied waarin de agenten werkzaam zijn is groot.

De agent vroeg kort hoe het met me ging en wat er was gebeurd. Toen ik vertelde dat ik mijn aanvaller, liggend op de grond met mijn punthakken keihard in zijn kruis had getrapt, zei hij: “Goed zo!” Dat was een reactie die me nog altijd eraan herinnert dat er ook politieagenten zijn die wèl goed reageren. Want ik kwam er diezelfde dag achter dat dat lang niet altijd het geval is.

Regie

De agent nam de regie. “Jij moet nu eerst naar het ziekenhuis”, vervolgde hij. “Morgenochtend word je gebeld en hoor je hoe het verder gaat.” De ambulance kwam, en met het vertrouwen dat deze agent ervoor ging zorgen dat er gelijk actie werd ondernomen om mijn aanvaller op te pakken, ging ik mee naar het ziekenhuis.

De volgende dag vertelde mijn buurman dat ze samen nog op onderzoek waren geweest bij mijn huis en in de buurt. Daarbij zagen de buurman en de agent dat iemand een poging had gedaan om in mijn woning in te breken. Het was duidelijk dat het niet een behendige inbreker was geweest. Ook dat verhaal kreeg nog een staart en zou een nog grotere klap in mijn gezicht vormen, maar daarover schrijf ik later meer.

Die zondagochtend wachtte ik tevergeefs op het beloofde telefoontje. Ik was enorm benieuwd naar wat er al door de politie in gang was gezet. Ergens in de middag was mijn geduld op en belde ik zelf naar het bureau.

Gelaten

De agent die opnam, reageerde gelaten op mijn verhaal. Ik vroeg hem welke acties inmiddels waren ondernomen.
‘Mevrouw, zó werkt dat hier niet’, zei de agent.
Dat antwoord had ik niet verwacht.
“Hoe werkt het dan wel?”, informeerde ik.
“U moet eerst aangifte komen doen voordat we in actie kunnen komen”, ging hij verder.

Afbeelding ter illustratie. Afbeelding van mohamed Hassan via Pixabay

Weer een antwoord dat ik niet had verwacht en niet snapte. Er was ‘s nachts toch een agent bij geweest? Er waren toch ook mijn meldingen en aangiftes van stalking? Bovendien; hij liep vrij rond, wat als hij zou terugkomen om zijn karwei af te maken? Daar was ik echt bang voor. Na al die vragen kreeg ik weer een in mijn ogen ongeïnteresseerde reactie. De politie zei niets te kunnen doen zonder mijn aangifte.

“Ik kan nu langskomen als dat voor u nodig is om iets te kunnen ondernemen”, zei ik. Opnieuw volgde hetzelfde antwoord. “Zo werkt dat hier niet”, zei de agent die vervolgens vroeg of ik woensdag naar het bureau wilde komen. Woensdag pas, ging er door me heen. “Ik had beter dood kunnen zijn, dan had er dertig man op de stoep gestaan”, hield ik de politieman voor.

Geschokt

De agent reageerde geschokt: “Ja maar, mevrouw, dat moet u niet zeggen”, zei hij.
Wat dan wel? Want zo zou het wel geweest zijn. Als iemand door een misdrijf om het leven komt worden veel agenten ingezet om onderzoek te doen. Ik had het overleefd, de politie was meteen ter plekke geweest maar toch moest ik eerst aangifte doen.

Ik snapte er niets van en het raakte me diep. Er zat helaas blijkbaar niets anders op dan een afspraak te maken. Gelukkig kon dat ook ‘al’ op dinsdag.
Samen met een goede vriend ging ik die dag naar het politiebureau. Twee politiemensen, een man en een vrouw, luisterden begripvol en de tijd nemend naar mijn verhaal en stelden vervolgens een proces-verbaal op. Poging tot moord stond er boven. Na ruim vijf uur waren we klaar en vertelden de agenten ermee aan de slag te zullen gaan. De technische recherche zou langs komen voor sporenonderzoek.

Stapel

Het liep anders. Mijn aangifte belandde op een stapel. Dat de dader een Belg was hielp niet mee. Er moest eerst een verzoek tot uitlevering komen. Dat was er uiteindelijk pas maanden later! Áls die trap in zijn kruis al zichtbaar was geweest, dan was daar tegen de tijd dat hij opgepakt natuurlijk niets meer van te zien.

Toen mijn ex eenmaal was aangehouden, werd hij verhoord in Nederland. Hij zweeg.

Het sporenonderzoek is nooit gedaan. Er kon niet vastgesteld worden dat hij op plaats delict was geweest, zeiden ze. De koevoet was niet gevonden. Bij gebrek aan bewijs werd mijn zaak geseponeerd. Mijn gedetailleerde beschrijving van zijn kleding en uiterlijk en de aangiftes telden allemaal niet mee. Het was mijn woord tegen het zijne, luidde de uitleg.

Positief

Wat ik nog altijd als erg positief ervaar, is dat de officier van justitie en de leidinggevende van de recherche mijn zus en mij hebben uitgenodigd om ons persoonlijk te vertellen dat de zaak geseponeerd zou worden. Na hun vraag hoe het met me ging, was het eerste dat de officier en recherche-chef zeiden: “We weten dat hij het gedaan heeft, maar we kunnen het jammer genoeg niet bewijzen.”

Ook vanuit mijn achtergrond als veiligheidskundige snap ik niet waarom er niet meteen was gehandeld. Dat had immers bewijsmateriaal tegen de dader kunnen opleveren. Als in de industrie een zeer ernstig ongeval gebeurt, wordt direct een onderzoek in gang gezet. Daarbij hoort ook een risico-inschatting: is de situatie op dit moment veilig? Zo niet, dan worden eerst maatregelen getroffen om te voorkomen dat er nog meer schade en letsel ontstaat.

Weinig

De politie heeft te weinig personeel. Des te belangrijker om te kiezen wat je wel en niet in behandeling neemt, lijkt mij. Natuurlijk snap ik dat proces als leek niet goed, maar de vraag hoe bijvoorbeeld triage wordt gedaan en welke zaken prioriteit krijgen, komt geregeld in mijn gedachten.

Afbeelding ter illustratie. Photo by Melanie Wasser on Unsplash

Vele maanden na de aanval, en soms nog, had ik veel moeite om te zien dat er bij voetbalwedstrijden en bij niet ernstige verkeersongelukken veel politie op de been is. Zoveel capaciteit die daaraan opgaat! En wat doen al die agenten bij relatief eenvoudige verkeersongevallen? Kunnen verzekeringsbedrijven als belanghebbenden dat onderzoek niet zelf doen? Natuurlijk is dat te simpel gedacht, maar als je bijna om het leven bent gebracht en dan ervaart hoe het gaat bij de politie, dan wringt dat enorm van binnen.

Regelmatig vraag ik me af wat al die jaren van bezuinigingen, reorganisaties en personeelstekorten hebben gedaan met medewerkers van de politie. Levert dat zoveel frustratie op dat veel mensen óf ontslag nemen óf murw worden?

Processen

In hoeverre spelen zulke processen een rol in de niet-correcte afhandeling van zaken? Zoals bij de omgebrachte Linda van der Giessen en Hümeyra Ergincanli en de vele andere slachtoffers? Wat is er nodig om dit te voorkomen?  Is het meer geld en meer blauw?  Of vraagt het om andere keuzes in prioriteit, aanpak en aansturing? Wat telt zwaarder? De publieke en politieke opinie of het risico op incidenten en misdrijven die diep ingrijpen in de levens van slachtoffers, hun naasten en vele anderen om hen heen?

Dit is geen gemakkelijke maar wel een broodnodige discussie, want het gaat het te vaak fout. Preventie kan niet alle incidenten voorkomen maar wel de kans daarop verminderen.

*Lees ook de eerste column van Annemarie waarin zij vertelt hoe ze plotseling slachtoffer werd van haar stalker.

Steun de website Femke Fataal

Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.