Nabestaanden cold cases in de kou

1886
De auteur van deze column: strafrechtadvocaat Wendy Alberts.

Als ik zie hoe het Openbaar Ministerie soms met de rechten van verdachten omgaat en zich als ‘crimefighter’ opstelt, dan zou het wel goed moeten zitten wanneer er nabestaanden bij justitie aankloppen zou je denken. Zeker nu het beleid er de laatste jaren op is gericht om slachtoffers meer ruimte te geven binnen de strafrechtelijke procedure.

Maar niets is minder waar.

Het boek ‘Moordsporen, op zoek naar de waarheid achter cold cases’ van Jolande van der Graaf en Dick Gosewehr lag al weken op mijn nachtkastje. Afgelopen weekend heb ik eindelijk tijd gehad om het te lezen. Het bevat een aaneenschakeling van zaken waarin politie en justitie nabestaanden in de kou hebben laten staan. Dat terwijl het gaat om levensdelicten. Jammer genoeg herkende ik veel in de zaken zoals beschreven in het boek.

Te weinig

Ik sta nabestaanden bij in cold cases, maar ook in zaken die een cold case dreigen te worden omdat politie en justitie gewoonweg te weinig doen om daders te vervolgen en berechten.

Toen ik nog bij de politie op de afdeling cold cases en gedragsanalyse werkte, viel me dit alles niet zo op. Wanneer politie en OM vinden dat er sprake is van een misdrijf en de zaak van hogerhand op de stapel is gelegd om behandeld te worden, wordt over het algemeen namelijk wél alles uit de kast gehaald om te trachten het misdrijf op te lossen. Het is echter verbazingwekkend hoe het OM zich opstelt ten opzichte van nabestaanden wanneer zij, anders dan de nabestaanden, van oordeel is dat er geen sprake is van een strafbaar feit.

Opgehelderd

Wat mij betreft heeft justitie – ook in zaken waarin zij van oordeel is dat het niet gaat om een misdrijf, maar waarin zij wel onderzoek heeft gedaan – richting de nabestaanden de taak om zoveel mogelijk opgehelderd te krijgen over de vermissing of het overlijden van het slachtoffer. Dat is immers van wezenlijk belang voor de rouwverwerking van nabestaanden. Die taak neemt het OM echter allesbehalve serieus; de nabestaanden worden in die zaken niet gehoord. 

Zo ook de nabestaanden van een man die in het verleden in het bijzijn van zijn vriendin aan een overdosis MDMA overleed.

De vriendin van het slachtoffer werd eerst als getuige en later als verdachte door de politie gehoord. Vanwege opmerkelijke feiten in dit dossier vermoedt de vader van het slachtoffer dat de vriendin betrokken was bij de dood van zijn zoon. De vader heeft echter het gevoel dat politie en OM steken lieten vallen.

Stil

Op enig moment kreeg hij slechts te horen dat geen nader onderzoek wordt gedaan naar de dood van zijn zoon. Verder bleef het stil. Als de nabestaanden anders willen, dan dienen zij maar een advocaat in de arm te nemen, was de boodschap van het OM.

Niet lang erna schakelde de getroffen familie mij in. De wens van de vader is heel simpel; hij wil dat er duidelijkheid komt over het overlijden van zijn zoon.

In eerste instantie benaderde ik de zaaksofficier van justitie om te achterhalen of de zaak tegen de vriendin van het slachtoffer inderdaad is beëindigd. Ook verzocht ik om het dossier.

Geen antwoord

Op de eerste vraag kreeg ik geen antwoord. Het heeft me vervolgens een tiental mailberichten en telefoontjes gekost om uiteindelijk maanden later een afschrift van het dossier te verkrijgen.

Uit dat dossier maakte ik op dat de zaak is geseponeerd vanwege een gebrek aan bewijs. Maar de nabestaanden waren niet van die beslissing op de hoogte gesteld.

Pas na bemoeienis mijnerzijds stelde het OM een zogeheten sepotbrief op. Daarin gaf justitie aan op welke grond er is geseponeerd. Verder wees de officier op de mogelijkheid om daartegen met een artikel 12-procedure beklag in te dienen bij het gerechtshof. In zo’n procedure kan aan de rechter worden verzocht om alsnog tot vervolging van, in dit geval de vriendin, over te gaan.

Tegengewerkt

Gaandeweg werd voor mij zonneklaar dat de nabestaanden ook op andere wijze zijn tegengewerkt. Pas toen ik contact opnam met het OM werd duidelijk dat er opnamen zijn met daarop de laatste momenten van het slachtoffer. De vader was zelfs niet over het bestaan van dit beeldmateriaal geïnformeerd, terwijl de nabestaanden gedurende het politieonderzoek steeds contact hadden met de recherche. Het greep de vader vanzelfsprekend erg aan dat de politie het bestaan van het beeldmateriaal voor hem achterhield. Hij begrijpt niet waarom dat is gebeurd.

Het OM liet vervolgens weten dat de opnamen heftig zijn. De vader wil de beelden begrijpelijkerwijs toch erg graag zien. Het is voor hem belangrijk in een vertrouwde setting naar de laatste momenten uit het leven van zijn zoon te kunnen kijken.

Politiebureau

Hoewel ik tussentijds meerdere malen contact had met het OM over de wijze van het verstrekken van de beelden, kreeg ik plotseling vanuit het niets te horen dat dat niet meer ging gebeuren. Een toelichting wilde het OM niet geven. Indien we de beelden willen zien, dan dient dat maar op het politiebureau te gebeuren, aldus justitie.

Wat nu voor het OM het verschil is – de beelden op het politiebureau of op mijn kantoor bekijken – is mij in het geheel onduidelijk. De vader kan het in ieder geval emotioneel niet aan er op een politiebureau mee te worden geconfronteerd. Dat het OM alweer de afspraken niet nakwam, trof hem als een mokerslag.

Hoewel ik herhaaldelijk contact opnam met de officier van justitie die dit dossier in behandeling heeft, weigerde zij mij te woord te staan. Er zat niets anders op dan hoger in de organisatie aan de bel te trekken.

Excuses

De hoofdofficier van justitie erkende dat het handelen van zijn collega bepaald niet professioneel is. Hij betreurde de gang van zaken en bood excuses aan.

Toch handhaaft het OM haar standpunt. Nu is zelfs het bekijken van de beelden op het politiebureau van de baan en dient dat bij het OM in aanwezigheid van de officier, de recherche én slachtofferhulp te gebeuren. Ik mag de beelden bij het OM in Den Haag zien, aldus justitie, maar mijn cliënt moet naar het betreffende parket afreizen. Gekker kan haast niet.

Mijn cliënt wil dit allemaal niet. Hij voelt zich onbegrepen en ervaart de houding van het OM als natrappen. Een volkomen invoelbaar standpunt, wat mij betreft.

Wordt vervolgd!

Steun de website Femke Fataal

Vond je dit een goed artikel? Laat dan je waardering blijken met een kleine bijdrage. Je kunt me ook met een vaste, maandelijkse bijdrage steunen. Dan kan ik onderzoek doen en schrijven en kun jij mijn verhalen blijven lezen. Dankjewel!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.