‘SPREEKPLICHT’ EN DE SCHREEUW OM UITLEG
Cliënten zeggen nogal eens tijdens een politieverhoor dat hun advocaat hen ingepeperd heeft dat zij een zwijgplicht hebben en dus niets mogen zeggen. Dat is natuurlijk niet zo; juridisch hebben verdachten het recht om te zwijgen, het verbod van zelfincriminatie.
Een verdachte hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling en hoeft ook niet belastend over zichzelf te verklaren. Hij kan ook de keuze maken om leugens te vertellen of steeds zijn verklaringen te wijzigen. Of dit altijd verstandig is, is de vraag. De rechter kan een ‘kennelijk leugenachtige verklaring’ als een zelfstandig bewijsmiddel beoordelen. Maar dan moet die leugenachtigheid, los van de verklaring, wel blijken uit andere feiten en omstandigheden in het dossier.
Een leugenachtige verklaring is iets anders dan een ongeloofwaardige verklaring. Daarbij gaat het tevens om de bemanteling van de waarheid, dus het verhullen van de ware gang van zaken.
Waarde
In de meeste gevallen zal een leugenachtige verklaring van een verdachte slechts de waarde hebben van een versterking van het toch al bestaande bewijs à charge (belastend). Of die verklaring zorgt ervoor dat de afstand tussen de overige bewijsmiddelen en de bewezenverklaring gedicht wordt. Als de verdachte een leugenachtige verklaring aflegt, zal de rechter nog eerder geneigd zijn – en dat mág hij ook – om voor de verdachte ongunstige conclusies te trekken.
Dat is anders bij een getuige die verplicht is om een verklaring af te leggen en de waarheid te vertellen. Twijfelt een rechter hieraan dan kan een getuige onder ede worden gezet. Bij voortdurend jokkebrokken kan hij of zij gegijzeld en zelfs vervolgd worden wegens meineed waar een forse gevangenisstraf op staat.
Superslim
Je kunt natuurlijk als verdachte menen dat het superslim is om je te blijven beroepen op je zwijgrecht en dat ondanks dat de politie en later ook de rechter allerlei belastend bewijsmateriaal tonen en om een uitleg vragen. ‘The clearly call for an explanation’ wordt die roep om een uitleg genoemd in de internationale rechtspraak.
Het weigeren om zaken uit te leggen kan ten nadele uitpakken van de verdachte. Hij of zij laat dan bovendien ook de kans liggen om een alternatief scenario te schetsen. In het geval dat een verklaring van een verdachte niet zonder meer als ongeloofwaardig ter zijde kan worden geschoven, dient als uitgangspunt te gelden dat de alternatieve gang van zaken moet worden weerlegd. Dat kan gebeuren door het opnemen van bewijsmiddelen of het vermelden van, al dan niet in een nadere bewijsoverweging, aan wettige bewijsmiddelen te ontlenen feiten en omstandigheden die de alternatieve lezing van de verdachte uitsluiten.
Ondersteuning door deskundigen is van essentieel belang omdat de rechtbank in de meeste gevallen niet blind vaart op de stellingen van de verdediging.
Nicky Verstappen
De zaak die de gemoederen inmiddels 22 jaar bezighoudt, is de moord op Nicky Verstappen op de Brunssummerheide. Na een dna-verwantschapsonderzoek kwam uiteindelijk Jos B. in het vizier.
Afgelopen week werd B.’s zaak inhoudelijk behandeld bij de rechtbank in Maastricht. Opmerkelijk is dat deze verdachte ervoor heeft gekozen om twee jaar te zwijgen over de zeer zware verdenkingen tegen hem en vervolgens kort voor de zitting een verklaring in het huis van bewaring heeft opgenomen. Daarin probeert B. een alternatieve lezing te geven over het mogelijk zwaar belastende punt dat zijn dna veelvuldig op intieme plaatsen bij het jongetje is aangetroffen.
Kan Jos B. wegkomen met zijn curieuze verhaal over het jongetje dat hij dood heeft aangetroffen en kennelijk wel heeft aangeraakt? Maar hoe verhouden de aangetroffen (ruim twintig sporen in en op het onderbroekje) zich met het – naar hij stelt – oppervlakkig aanraken om vast te stellen of Nicky nog leefde?
Zaagden
Begrijpelijkerwijs zaagden de rechtbank en officier van justitie hem door over details zoals de vindplaats, maar daar moest B. het antwoord vaak schuldig blijven. Anderzijds; het is een zaak uit 1998, Jos B. zit ruim twee jaar in detentie en de druk is hoog, voor alle procespartijen.
Ook het seksueel misbruik en de doodsoorzaak staan niet onomstotelijk vast en naast het veelvuldig aangetroffen dna-materiaal is er weinig, behoudens dan de eigen verklaringen van de verdachte. Wel zijn er veel onderbuikgevoelens, zoals het nalaten door Jos B. om hulp in te schakelen (en dat als de ervaren scoutingleider die hij is), zijn vlucht naar Spanje en zijn voorliefde voor jongetjes van de leeftijd van Nicky….
Schreeuw om uitleg
Voldoet B. hiermee aan de schreeuw om uitleg? Of zal de rechtbank juist die verklaringen interpreteren als kennelijk leugenachtig en hiermee tot een bewijsconstructie komen? Ook ongeloofwaardige verhalen kunnen kloppen.
Voor de rechtbank in raadkamer de loodzware afweging van het klinisch valideren van het bewijs, het immense verdriet van de nabestaanden en het adagium in ‘dubio pro reo’ (bij twijfel het voordeel voor de verdachte).
*Esthers vorige column gaat het over het Marengo-proces en is hier te lezen.